Op tijd opgestaan en genoten van het heerlijke ontbijt in hotel L’Edelweiss. Al heb ik mijn pannenkoekjes toch liever warm.

Het is een mooie zonnige dag, dus na onze valiezen bij de hotelbalie achter gelaten te hebben, trekken we meteen richting meer. Door onze kleine omweg langs Nice zijn we een ganse dag Genève kwijt geraakt en moeten we ons programma noodgedwongen inkorten. Deze avond reizen we immers al door naar Lausanne. Natuurlijk lopen we even langs les Bains des Pâquis met zicht op de Jet d’Eau. Naar goede gewoonte zijn er weer een aantal ijsberen in het koude smeltwater van het meer aan het zwemmen. Brr, zij liever dan ik.

We wandelen verder langs de oever van het meer en steken de Rhône over langs de Pont des Bergues met een kleine tussenstop op Île Rousseau. Een korte klim later zijn we in het oude stadscentrum van Genève waar we de kanonnen van l’Ancien Arsenal bewonderen en even een blik werpen op de meerdere verdiepingen tellende helling van het Hotel de Ville. Volgende stop: de kathedraal met de mooie Chapelle des Macchabées. Gelukkig zijn Juul en Katrien fitte zeventigers, want de beklimming van de kathedraal is toch wel stevig. We genieten van het mooie uitzicht op het meer van Genève en nemen een hoop foto’s om dit moment te capteren. Spijtig genoeg heeft de Mont Blanc geen zin om zich vandaag te laten zien.

Tijd voor een welverdiende pauze op het zonnige terras van Helia op de Place du Bourg-de-Four. Veel honger hebben we niet na ons copieuze ontbijt, dus wij houden het bij een drankje. De kombucha smaakt alleszins!

We verlaten het oude stadscentrum langs de Mur des Réformateurs en wandelen terug naar de Rhône, langs de oevers van het meer naar de Jardin Anglais. We twijfelen even of we in het reuzenrad zouden gaan, maar de rij wachtenden is ons te lang. Na de verplichte toeristische stop bij L’Horloge Fleurie wandelen we verder langs de Quai Guastave-Ador, nog steeds genietend van de zon op ons gezicht. We stoppen voor een gelato bij Arlecchino en nemen bij Point Noir een mouette naar Châteaubriand aan de overkant van het meer.

We zetten onze wandeling verder langs de andere oever van het meer en genieten van de mooie, groene parken. Opvallend: tegenwoordig staan er in de parken overal borden dat het verboden is te barbecuen. Enkel bij de publieke barbecues geplaatst door de stad zelf is het nog toegestaan een stukje vlees op houtskool te bakken. Ongetwijfeld wil Genève daarmee komaf maken met het nochtans typische zicht op mooie zomerdagen van gezinnen rond een draagbare barbecue in het park. Een Geneefse traditie waarvan wij in het verleden ook hebben mogen proeven.

Volgende stop: de botanische tuin. Met al de regen van de voorbije periode staat die in volle bloei. Prachtig! We bezoeken een paar van de serres en wandelen dan een klein stukje terug naar het gebouw waar Dries werkt. Uiteraard zijn Juul en Katrien erg nieuwsgierig om deze plek te verkennen. En toegegeven het fancy gebouw volledig opgetrokken uit glas en staal met groenen hangplanten en waterpartijen maakt op mij ook altijd indruk.

Nadat Dries wat coole snufjes aan zijn ouders heeft getoond, keren we terug naar L’Edelweiss om samen te genieten van de beroemdste Zwitserse maaltijd: kaasfondue. We hebben de ganse dag ons gespaard om bij het diner voluit te kunnen gaan. We delen een Assiette Valaisanne en een portie raclette om ons vervolgens op de klassieke moitié-moitié kaasfondue te storten. Het dessert dat in het menu is inbegrepen, krijgen we er met moeite bij, hoe lekker de apfelstrudel ook is!

Dries  rekent af, we halen onze koffers op en wandelen samen naar het treinstation van Cornavin alwaar we de trein naar Lausanne nemen.

Een vlotte treinrit later staan we in het station van Lausanne. Dries wil per sé te voet naar het hotel, dat volgens googlemaps maar op een elf minuten lopen ligt, terwijl ik er de voorkeur aan geef om ons dat gesleur met de valiezen te besparen en de metro te nemen die er maar drie minuten over doet.

Uiteindelijk krijgt Dries zijn zin en blijkt dat we met onze valiezen vanaf het station een steile helling op moeten tot aan het hotel. En dat op een met kaasfondue gevulde maag! Hijgend en puffend komen we aan bij het hotel. Gelukkig loopt de check-in vlot.

Helaas blijkt de kamer in MAD hotel een teleurstelling. Lang geleden dat ik nog in zo’n kleine kamer gelogeerd heb. Er is gewoonweg géén opbergruimte in de kamer. De wasbak is gepropt tussen de muur en de douchecabine, waardoor een iets breder persoon er amper gebruik van van maken. Bovendien is er zelfs geen plek om onze tandenborstel te zetten. Het bed (een twijfelaar) is zowel aan het hoofdeinde als het voeteneinde begrensd door een muur en er is welgeteld één nachtkastje en één kapstok om kleren aan op te hangen. Haakjes voor de handdoeken of jassen ontbreken compleet. Maar we hebben wel een gratis toegang tot de discotheek! En gratis condooms! 😉

Enfin ja, het is natuurlijk maar voor twee nachten, maar we missen het comfort van de aangename hotelkamer in L’Edelweiss. Opeens is het dubbel jammer dat we daar een nacht minder hebben geslapen dan voorzien.

Juul en Katrien besluiten in bed te kruipen terwijl mijn vriend en ik nog een glaasje wijn drinken aangeboden door het hotel. We klinken op een geslaagde eerste dag in Genève en duimen dat de weergoden ons morgen ook zo goed gezind zullen zijn.