Onze (korte) zomervakantie meteen al goed ingezet. Toen ik vrijdag onderweg was van Zaventem naar Genève, whatsappte Dries me of ik geen zin had om samen met zijn collega het meer van Genève te verkennen. Tuurlijk had ik daar zin in! Met hete zomerse temperaturen in het vooruitzicht leek een beetje verkoeling zoeken op het meer ideaal.

Zo gezegd, zo gedaan. Na zaterdagochtend de slaap uit onze ogen gewreven te hebben, gingen we naar de plaatselijke COOP om wat proviand (lees: bier, wijn, wasabinootjes, olijven, gevulde pepers, gemarineerde artisjok en ander meer-waardig voedsel) in te slaan. Vervolgens trokken we iets voor het middaguur naar het appartement van de collega in kwestie. De collega had zo mogelijk nóg meer proviand bij dan wij. Van de honger zouden we alvast niet omkomen.

Zwaar bepakt (zo’n rubberboot weegt verrassend veel) trokken we met z’n drieën naar het meer van Genève. Gelukkig was het niet ver wandelen van het appartement van de collega naar het meer. Aan het meer zochten we een plek in de schaduw om de rubberboot op te blazen. Het vertrekkensklaar maken van de boot ging verrassend snel. Het ding had zelfs drie opblaasbare zitjes en een stevige bodem. Zoveel luxe had ik niet verwacht! Alleen een buitenboordmotor ontbrak, we zouden het dus op mankracht moeten doen (er waren maar twee peddels en ik laat de heren der schepping zich graag belangrijk voelen).

We lieten de boot te water aan een steiger en peddelden in de richting van Lausanne. Het was behoorlijk druk op het meer. We waren duidelijk niet de enigen die verkoeling zochten. Al snel werd het eerste flesje bier/wijn gekraakt en we toastten op de vriendschap en mooie zomerse dagen. Zo nu en dan legden we onze boot vast aan een boei of een steiger en zochten we de verkoeling van het water op. Elk strandje waarlangs we voeren, was druk bevolkt met spelende kinderen en van de zon genietende mensen. En het aantal paddle boards in het water was bijna niet te tellen.

De zon speelde in de loop van de namiddag een beetje verstoppertje achter de wolken. Wat op zich niet slecht was, want anders zou het al snel té heet geworden zijn in ons bootje. We genoten al dobberend van vers brood met Zwitserse kaas, watermeloen en andere hapjes. Dankzij de koelelementen van de collega van Dries, was de wijn zelfs nog aanvaardbaar fris te noemen.

Rond een uur of zes vonden we het welletjes. We haalden de boot uit het meer op dezelfde plek als we erin gingen, lieten de lucht uit alle compartimenten en puzzelden tot alle onderdelen mooi opgeborgen waren. We sleurden de hele handel terug naar het appartement van de collega en namen afscheid.

Na een luie namiddag op het meer wandelden mijn vriend en ik doorheen Genève, op zoek naar een niet te duur restaurantje. Uiteindelijk belandden we bij een Thais restaurant in het quartier des Grottes, vlak achter het station van Cornavin. Ik bestelde mij een heerlijk noedelsoepje met scampi. Een perfecte afsluiter van een fijne dag.