The Swiss Life

Dries en Carolien in .ch

Page 4 of 15

Dobberen op het meer van Genève – 20 juli 2019

Onze (korte) zomervakantie meteen al goed ingezet. Toen ik vrijdag onderweg was van Zaventem naar Genève, whatsappte Dries me of ik geen zin had om samen met zijn collega het meer van Genève te verkennen. Tuurlijk had ik daar zin in! Met hete zomerse temperaturen in het vooruitzicht leek een beetje verkoeling zoeken op het meer ideaal.

Zo gezegd, zo gedaan. Na zaterdagochtend de slaap uit onze ogen gewreven te hebben, gingen we naar de plaatselijke COOP om wat proviand (lees: bier, wijn, wasabinootjes, olijven, gevulde pepers, gemarineerde artisjok en ander meer-waardig voedsel) in te slaan. Vervolgens trokken we iets voor het middaguur naar het appartement van de collega in kwestie. De collega had zo mogelijk nóg meer proviand bij dan wij. Van de honger zouden we alvast niet omkomen.

Zwaar bepakt (zo’n rubberboot weegt verrassend veel) trokken we met z’n drieën naar het meer van Genève. Gelukkig was het niet ver wandelen van het appartement van de collega naar het meer. Aan het meer zochten we een plek in de schaduw om de rubberboot op te blazen. Het vertrekkensklaar maken van de boot ging verrassend snel. Het ding had zelfs drie opblaasbare zitjes en een stevige bodem. Zoveel luxe had ik niet verwacht! Alleen een buitenboordmotor ontbrak, we zouden het dus op mankracht moeten doen (er waren maar twee peddels en ik laat de heren der schepping zich graag belangrijk voelen).

We lieten de boot te water aan een steiger en peddelden in de richting van Lausanne. Het was behoorlijk druk op het meer. We waren duidelijk niet de enigen die verkoeling zochten. Al snel werd het eerste flesje bier/wijn gekraakt en we toastten op de vriendschap en mooie zomerse dagen. Zo nu en dan legden we onze boot vast aan een boei of een steiger en zochten we de verkoeling van het water op. Elk strandje waarlangs we voeren, was druk bevolkt met spelende kinderen en van de zon genietende mensen. En het aantal paddle boards in het water was bijna niet te tellen.

De zon speelde in de loop van de namiddag een beetje verstoppertje achter de wolken. Wat op zich niet slecht was, want anders zou het al snel té heet geworden zijn in ons bootje. We genoten al dobberend van vers brood met Zwitserse kaas, watermeloen en andere hapjes. Dankzij de koelelementen van de collega van Dries, was de wijn zelfs nog aanvaardbaar fris te noemen.

Rond een uur of zes vonden we het welletjes. We haalden de boot uit het meer op dezelfde plek als we erin gingen, lieten de lucht uit alle compartimenten en puzzelden tot alle onderdelen mooi opgeborgen waren. We sleurden de hele handel terug naar het appartement van de collega en namen afscheid.

Na een luie namiddag op het meer wandelden mijn vriend en ik doorheen Genève, op zoek naar een niet te duur restaurantje. Uiteindelijk belandden we bij een Thais restaurant in het quartier des Grottes, vlak achter het station van Cornavin. Ik bestelde mij een heerlijk noedelsoepje met scampi. Een perfecte afsluiter van een fijne dag.

Zürichsee en Rapperswil – 2 juni 2019

Laatste ontbijt in het Platzhirsch hotel. Ik moet zeggen dat ik dat niet zo erg vind. Elke dag de keuze hebben uit drie dezelfde kazen en een hardgekookt ei begint op den duur wat tegen te steken.

We maken onze valiezen en checken uit. Tot onze verbazing is het een heel gedoe om onze valiezen achter te laten in het hotel. Blijkbaar is er geen aparte ruimte waar deze achter gelaten kunnen worden en zetten ze de valiezen gewoon in de ontbijt/restaurant/bar-ruimte. De nogal onvriendelijke mevrouw die ook het ontbijt verzorgde, deelt ons mee dat we de valiezen vóór 16u moeten komen ophalen. Wij hebben een boottochtje op de Zürichsee gepland, dus voor ons is dat te vroeg. We blijven aandringen en uiteindelijk haalt ze haar schouders op. Hmm, ok, laten we hopen dat we deze avond nog valiezen hebben…

We trekken het ons niet aan en wandelen naar het vertrekpunt van de boottochten op de Zürichsee. We willen een uitstapje maken naar de andere kant van het meer: naar Rapperswil en Insel Ufenau. We moeten redelijk wat geduld uitoefenen alvorens we onze tickets voor de boot kunnen bemachtigen. Echt, die rij aan het loket gaat niet vooruit. Het is iets wat ons blijft verbazen: de ongelooflijke traagheid van Zwitsers. In België ben je overal minstens twee keer zo snel bediend.

De zon is ons nog steeds goed gezind en ik kijk uit naar een boottocht van ongeveer twee uur op het mooie meer van Zürich. We weten een goed plekje op het voordek te bemachtigen en zien aan onze rechterkant de plekken voorbij glijden waar we gisteren gewandeld hebben. De boot stopt onderweg een paar keer om mensen op en af te laten stappen, maar wij blijven zitten. Vlak voordat we bij Insel Ufenau aanmeren, beslissen we deze stop toch maar over te slaan. We vermoeden sterk dat we te weinig tijd hebben om dit eilandje te combineren met eindhalte Rapperswil en uiteindelijk willen we liever naar Rapperwil.

Rapperswil is een charmant dorpje met een prachtige burcht, een klooster en pittoreske oude straatjes. Op het moment dat wij er aanmeren, wordt Rapperswil helaas helemaal overspoeld door een iron man race. Ik moet zeggen dat ik er zelf niet het nut van inzie om je lichaam tot zulke extreme inspanningen te dwingen, maar aan de andere kant heb ik wel respect voor de lopers die ons voorbij zoeven. Het is erg warm, geen ideale omstandigheden voor zo’n wedstrijd.

We klimmen meteen naar de burcht op de heuvel. De burcht is helaas vandaag uitzonderlijk gesloten. Waarschijnlijk om wille van de iron man race. Ach ja, geen erg, wij genieten wel van het mooie uitzicht en de vlak bij de burcht gelegen rozentuin. Om de rozentuin te bereiken moeten we een steile trap afdalen. De trap is echter in gebruik door een kerel met een fiets die zowaar de trap van boven naar beneden helemaal af stuitert met zijn fiets. Ik hou mijn hart vast, maar hij raakt heelhuids beneden zonder op zijn gezicht te gaan. Knap staaltje van stuurmanskunst.

Voor de lunch belanden we op het terras van restaurant Rathaus. Een superfijne ontdekking. Het is ondertussen erg warm geworden en we smeren als een gek zonnecrème om niet te verbranden. Het is prettig toeven onder de parasols van het terras van restaurant Rathaus en ik geniet van de heerlijke risotto met asperges en de lekkere witte wijn.

Omdat het zo warm is, doen we het rustig aan. We zoeken een plekje waar ze gelato verkopen en lopen door de spoorwegtunnel onder de treinsporen naar de oever van het meer. Aan de oever stikt het van de zonnebadende mensen. Wij hebben echter een andere doel: de langste houten brug van Zwitserland. Helaas hebben we te weinig tijd om de brug helemaal af te lopen, want we mogen onze boot niet missen. Ik vlieg immers vanavond terug naar België en het zou stom zijn mijn vliegtuig te missen.

µ

Het is jammer dat we maar een paar uur hebben kunnen doorbrengen in Rapperswil, misschien hadden we deze uitstap eerder moeten plannen. Maar ach, dan hebben we nog iets om voor terug te komen, nietwaar? Het is superwarm tijdens de terugtocht op de boot en we zweten wat af. Doet me denken aan onze boottocht naar Yvoire van bijna een jaar geleden.

Wanneer we opnieuw vaste grond onder de voeten hebben, wandelen we op het gemak terug naar het hotel, waar onze valiezen mooi op ons staan te wachten ondanks het feit dat het later is dan 16u. We hebben nog wat tijd over en drinken iets op het terras van ons hotel. Ik bega de vergissing om een ijsthee te bestellen die één, niet huisgemaakt is en twéé, veel te zoet is. En ook de mint julep van mijn vriend smaakt minder lekker dan degene die ik bij aankomst in Zürich dronk.

Tijd om naar het station te vertrekken om de trein naar de luchthaven te nemen. Ik ben ruimschoots op tijd en check mijn valies in. Ik ben net voorbij het eerste poortje om naar de security te gaan, wanneer ik besef dat ik vergeten ben mijn laptop uit het voorste vak van de koffer te halen en in mijn fototoestelrugzak te steken. Damn. De laptop staat in standby en dat kan een potentieel gevaar opleveren in het ruim van het vliegtuig.

Ik meld mijn probleem aan de beambte bij het poortje maar die zegt dat er niets meer aan te doen valt. Ik weet hem echter te overtuigen dat ik toch wil proberen de laptop nog terug te halen. Ik heb mijn valies nog maar pas ingecheckt en ik wil geen neergestort vliegtuig op mijn geweten hebben. Ik keer dus terug en wend mij tot een zeer vriendelijke beambte van Swissair (ik moet zeggen dat ik stiekem blij ben dat dit een Swissair vlucht is). Ze luistert naar mijn probleem, scant mijn bagagetag in en zegt me dat ze mijn koffer terug zullen laten komen.

Voordat het zover is, moet ik nog een hele tocht afleggen, naar de lost and found in een bepaalde terminal, daar aanbellen en dan wachten aan bagageband 21. En jawel, ik ben nog maar net daar aangekomen of mijn valies komt geheel eenzaam de band opgerold. Opgelucht haal ik de laptop eruit en vraag me vervolgens af hoe ik mijn valies nu terug in het systeem krijg. Ik ga naar een andere lost and found beambte en die brengt mijn valies ergens naar een geheim luik et voilà, de valies is weer op weg om hopelijk bij het juiste vliegtuig uit te komen.

Uiteindelijk heb ik in totaal een half uur of zo verloren, dat vind ik persoonlijk heel goed meevallen. Erg onder de indruk van de efficiëntie van de luchthaven van Zürich. Benieuwd of dat in Zaventem zo vlotjes zou verlopen.

Opgelucht dat ik mijn laptop kon recupereren, ga ik opnieuw naar het poortje waar ik al een keer door geweest ben en waar je je boarding pass moet scannen. Uiteraard krijg ik de boodschap dat mijn boarding pass een duplicaat is. Gelukkig doet de norse dame aan het poortje niet moeilijk en laat ze me erdoor.

Ik geraak vlot door security en dan is het nog een flink eind stappen naar de gate. Zürich is echt een enorme luchthaven.

Bij terugkomst in Zaventem rolt tot mijn opluchting mijn valies mooi van de bagageband. Eind goed, al goed. Een treinrit later ben ik alweer terug in Leuven. Al bij al nog op een redelijk uur.

Zürich is echt een stad die mij aangenaam verrast heeft. Zeker de moeite van een bezoek waard.

Uetliberg – 1 juni 2019

Opgestaan met het nieuws over de Virginia Beach shooting. Ons gesprek met de Amerikanen gisteren blijkt zowaar profetisch geweest te zijn. Ongelooflijk dat een land dat zich het machtigste land ter wereld noemt, er niet in slaagt deze massa shootings onder controle te krijgen. En dat terwijl de oplossing zo voor de hand ligt: een strengere wapenwetgeving. Fuck the NRA.

Vandaag hebben we een uitstapje naar de Uetliberg gepland, een beetje de Mont Salève van Zürich. Een treinrit van amper twintig minuten brengt ons van Zürich Hauptbahnhof naar de 873 meter hoge Uetliberg. Een paar minuten later staan we al boven op de (betalende) uitkijktoren te genieten van het uitzicht op Zürich en de bergen rondom ons.

Het is nog steeds schitterend weer, ideaal voor een bergwandeling. We wandelen in de richting van Felsenegg met de Zürichsee aan onze linkerkant. De wandelpaden zijn breed en helemaal niet steil. Het is duidelijk dat de Zwitsers ernaar streven om deze plek voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk te maken.

Onze middagpauze brengen we door op het terras van Uto Staffel, volgens hun website het hoogste gelegen restaurant van Zürich. Of dat klopt weet ik niet, maar het uitzicht was er alleszins fenomenaal en het eten heel lekker. Mijn risotto met zalm was heerlijk en mijn vriend was ook zeer te spreken van zijn beefburger.

We zetten onze wandeling verder naar Felsenegg. Onderweg stoppen we even bij de plek waar de parapenters van de heuvel springen. Het zijn duidelijk de ideale omstandigheden om te vliegen, want de ene na de andere gaat de lucht in. In restaurant Felsenegg lassen we onze volgende rustpauze in (dat terras ziet er gewoonweg té geweldig uit). Ik drink een flesje Rivella om mijn vochtniveau weer op peil te brengen en we besluiten vervolgens nog een kleine extra wandeling naar Buchenegg aan ons uitstapje te breien. Buchenegg is een klein dorpje waar duidelijk niet veel te beleven valt. We maken de lus rond en komen opnieuw in Felsenegg uit. En ja, we kunnen opnieuw de verleiding van het prachtige terras niet weerstaan. We drinken een glaasje wijn en omdat het ons zo smaakt en het uitzicht zo prachtig is, nog een tweede. Zowel de chasselas als de riesling zijn uitstekend.

Om de ganse wandeling terug te vermijden (het is ondertussen al 18u) nemen we in Felsenegg de Lufstseilbahn (aka funiculaire) naar Adliswil. Beneden aangekomen moeten we enkel de mensen volgen om bij het station van Adliswil uit te komen. Een beetje later komt onze trein aan en hup, een half uurtje later staan we alweer in het Hauptbahnhof. Echt, het openbaar vervoer in Zwitserland is geweldig.

Omdat mijn vriend zin in Thais heeft, zoek ik op tripadvisor een goed Thais restaurant op. Het restaurant is een stukje stappen van de Hauptbahnhof, maar uiteindelijk blijkt Kinkhao een geweldig ontdekking. Kinkhao is een verrassend modern restaurant waar alle klanten plaatsnemen aan lange tafels, met het idee de klanten aan te moedigen gesprekken aan te knopen met je buurman of buurvrouw. Daar hebben wij eerlijk gezegd niet zo heel veel zin in, dus we zoeken ons een plekje aan het uiteinde van zo’n lange tafel. Je kan kiezen uit hoeveel gangen je menu bestaat, maar je moet wel eten wat de pot schaft. En jawel, ook hier heeft foodsharing zijn intrede gedaan: de meeste gerechten die we krijgen, zijn te verdelen onder ons tweetjes. Uiteindelijk gaan we voor de zesgangenmenu. Lekker, maar in combinatie met ons toch vrij copieuze middagmaal ietwat te veel. De gerechten zijn echter om duimen en vingers af te likken. Beste pad thai die ik ooit gegeten heb. Wat een verwennerij!

Na deze superavond keren we terug naar het hotel. Morgen is het al onze laatste dag in Zürich. Snik.

Zürich-West Food Tour – 31 mei 2019

Ontbeten met kaas en een felgekleurd hardgekookt eitje (het lijkt hier wel alle dagen Pasen).

Onze tweede dag op verkenning in Zürich beginnen we met een bezoek aan de Grossmünster. Voor een bescheiden toegangsprijs mogen we de toren beklimmen. 187 treden later genieten we van een fabuleus uitzicht over het zonovergoten Zürich. Spijtig genoeg is het ook in de Grossmünster niet toegestaan foto’s te nemen van het interieur. Ik snap eerlijk gezegd echt niet waarom. Het is niet dat er nog auteursrecht geldt op de tentoongestelde kunstwerken.

Dries en ik zijn allebei gefascineerd door een deurtje in het midden van de kerk. Het is onduidelijk wat er zich achter dit deurtje bevindt. Buiten een plakkaatje dat aangeeft dat wat er zich ook achter de deur bevindt, opent om 12u, vinden we geen info. We oefenen tien minuutjes geduld uit en stipt om twaalf uur treden we binnen. We beklimmen een trap en komen terecht in een plek boven het middenschip van de kerk waar de tentoonstelling ‘Getruckt zů Zürich’ te bewonderen valt. De tentoonstelling toont een prachtige collectie oude gedrukte bijbels, met zeer gedetailleerde uitleg én de mogelijkheid om tot in de details in te zoomen op de digitale replica’s van de bijbels. Zeer boeiend en we komen weer wat meer te weten over de fameuze Zwingli en de reformatie in Zwitserland.

Het is nog steeds schitterend zonnig weer en we kunnen de verleiding niet weerstaan om te aperitieven met een glaasje rosé op het terras van het Rathaus Café aan de oever van de rivier de Limmat. Omdat we in de namiddag een food tour geboekt hebben, houden we het op een zeer bescheiden lunch: we kopen een hartige pannenkoek met kaas en spinazie aan een foodtruck vlakbij ons hotel.

Na een kleine stop in ons hotel vertrekken we te voet naar Zürich-West waar onze food tour begint om 16u. Een wandeling van iets meer dan een half uur. We zijn ruimschoots op tijd, dus hebben we nog tijd voor een glaasje wijn op een wel heel bijzondere plek onder een spoorwegviaduct. Onder het viaduct zijn allerlei winkels, eetgelegenheden en zelfs een heuse markthal onder gebracht. Een soort stadsontwikkelingsproject dat mij heel erg aan Londen doet denken, qua sfeer en invulling. Wij kiezen een fijn plaatsje uit onder een parasol en genieten van ons drankje op deze hippe locatie.

Iets voor 16u komen we aan bij tramhalte Toni-Areal waar de food tour begint. We sluiten aan bij het groepje mensen dat er al staat en maken kennis met de gids, een vriendelijke dame op leeftijd. Mijn vorige ervaringen met food tours zijn altijd heel positief geweest, dus benieuwd wat Zürich te bieden heeft.

We starten in restaurant NENI at the 25 hours hotel. Zoals de naam doet vermoeden, situeert dit restaurant zich in het 25 hours hotel. Tot mijn verbazing starten we onze food tour met falafel, hummus, baba ghanoush en andere mediterrane mezze. Toch wel onverwacht, dit. We maken kennis met één van de deelnemers aan de tour, een vriendelijke Nederlandse dame die hier op bezoek is bij haar nichtje. Het nichtje en haar gezin hadden vandaag andere verplichtingen, vandaar dat de Nederlandse van de gelegenheid gebruik maakt om deze food tour mee te pikken.

Bij het boeken van de tour werd benadrukt dat het zeer belangrijk was om over een tramticket te beschikken. Wij, braaf als we zijn, dus mooi op voorhand een dagticketje gekocht. Blijkt dat we de ganse tour maar één keer de tram nemen. En dat om slechts één stop verder te geraken. Ik begrijp dat zo’n officiële tour zwartrijden niet kan aanmoedigen, maar het voelt voor ons toch wel als weggegooid geld.

Onze volgende food stop is Sphères. Hier krijgen we lokaal gebrouwen bier met kaas, charcuterie en olijven. Ik schuif mijn portie bier door naar Dries en beperk me tot de hapjes. Onze gids houdt er een strikt tempo op na, ze spoort ons aan om wat sneller te eten, want de tour duurt maar drie uur en we moeten op schema blijven! Chop chop!

Volgende halte: LaSalle. Weer een voorbeeld van een geslaagd stadsvernieuwingsproject. Ik moet zeggen dat ik de buurt waarin we ons bewegen bijzonder interessant vind. Je ziet nog duidelijk de sporen van de vroegere industrie hier aanwezig en tegelijkertijd is er een grote reconversie gaande om de oude leegstaande industriële gebouwen een nieuwe leven te geven. Restaurant LaSalle bevindt zich in een glazen kubus gelegen in het industriële Schiffbau pand. Historisch diende dit pand voor de bouw van stoommachines en boten. Nu biedt het onderdak aan een theater, een restaurant en een bar. De kubus maakt het mogelijk om vanuit het restaurant het bestaande industriële gebouw te bewonderen en tegelijkertijd toch over alle nodige comfort te beschikken. We worden er onthaald op de beste hapjes tot nu toe: een soepje, een hapje met avocado en een baguette mit rindssteak und café de Paris.

Verder naar Les Halles, alweer een oud industrieel gebouw dat nu een commerciële functie heeft gekregen. Het lijkt me duidelijk wat de rode draad is van deze food tour. Niet zozeer het voedsel zelf, maar eerder de bijzondere plekken waar we onze hapjes en drankjes consumeren. Wat de gerechten zelf betreft, tot nu toe heb ik weinig echt authentiek Zwitserse gerechten gegeten. En de gids lijkt helemaal niet culinair geschoold. Telkens als we wat meer achtergrond vragen bij de gerechten moet ze ons het antwoord schuldig blijven. En bij haar uitleg geraakt ze nooit verder dan: lekker bier, lekker hapje, lekkere wijn. Op dat vlak was de rondleiding in Lyon veel interessanter. Die rondleiding legde echt de link tussen het eten dat we kregen en de geschiedenis van Lyon. En die link mis ik hier.

In Les Halles eten we alweer een bijzonder typisch (???) Zwitsers gerecht: mosselen in witte wijnsaus, vergezeld van een lekker glaasje witte wijn. De mosselen zijn petieterig klein, maar wel heel lekker. We raken aan de praat met een koppel uit Birmingham dat aan hetzelfde tafeltje als wij staat. Ze vertellen dat ze elk jaar een uitstapje doen zonder de kinderen om hun huwelijksverjaardag te vieren. Ik schat het koppel ruim tien jaar jonger in dan ons en voel me opeens heel oud. 😉

Volgende stop: Foifi ZeroWaste Ladencafé. Yep, jullie raden het al: een verpakkingsvrije winkel. Hier krijgen we wat lokaal geproduceerde kaas en chocolade en lokaal geteelde rode biet, tomaat en komkommer. Allemaal heel lekker, maar ook hier mis ik een beetje de link met Zürich. Onze gids maant ons opnieuw aan tot spoed. Snel, snel, want we moeten ons tijdschema respecteren!

Onze laatste halte is, en dat hadden we eigenlijk kunnen verwachten, het viaduct waar mijn vriend en ik eerder deze namiddag iets gedronken hebben. Zo’n bijzondere locatie mag natuurlijk niet ontbreken op een food tour door een voormalige industriezone. We eten er een vegan ijsje bij St. Jakob Beck. Ik ga voor de smaak pistache, een beetje uit mijn comfort zone, maar heel lekker.

We nemen afscheid van de gids en de rest van de groep en besluiten nog iets te gaan drinken. Het is 19u, maar nog altijd aangenaam warm en we willen profiteren van de zalige avondzon. We keren terug naar één van de stops op de food tour: restaurant LaSalle. We zoeken een plekje op de houten terrastafels die buiten langs de gevel van het oude industriële pand staan en drinken een heerlijke cocktail. Een lekkere cosmopolitan gaat er altijd wel in!

Veel honger hebben we niet na al de hapjes die we gekregen hebben, dus besluiten we Zürich-West nog wat verder te ontdekken. En hoe beter dat te doen door iets te drinken in de hoogste toren van Zürich (tip van onze gids)? Clouds Bar & Bistro is een ideale plek om de zon te zien ondergaan onder het genot van een lekker glaasje wijn. We hebben een plek aan de barkrukken voor het raam weten te bemachtigen en genieten van het uitzicht, dat zich helaas door de vele weerkaatsingen erg moeilijk op foto laat vastleggen. Ik drink er een prosecco en een Barbera d’Alba. Beide zijn uitstekend.

Dries en ik raken aan de praat met het koppel naast ons. Het blijkt een pas afgestudeerd Amerikaans koppel te zijn, op reis doorheen Europa. Het meisje heeft Duitse roots (ze is naar eigen zeggen honderd procent Duits, een uitspraak waarop ik niet verder inga) en de kerel is een echte cliché Amerikaan uit Denver die duidelijk nog niet veel van de wereld gezien heeft. En effectief, het is zijn eerste keer buiten de VS. Het gesprek met hen bevestigt een beetje mijn vooroordelen ten opzichte van het Amerikaanse onderwijssysteem. De kerel heeft zelfs nog nooit van België gehoord, laat staan dat hij weet waar het ligt. We hebben het ook kort over de wapenwetgeving in de VS, maar aangezien we het gesprek plezant willen houden, stappen we snel over op een ander onderwerp.

We sluiten de avond af rond een uur of tien en wandelen te voet terug naar ons hotel. Genietend van de koele avondlucht.

Zürich – 30 mei 2019

Het ontbijt in ons, nochtans niet zo goedkope hotel, valt een beetje tegen. De keuze is eerder beperkt te noemen. We laten het niet aan ons hart komen en genieten toch van een hardgekookt ei en vers brood met heerlijke Zwitserse kaas. Wie heeft nog ander beleg nodig als er Zwitserse kaas is? Ik proef van de lokale stadshoning en die kan ook op mijn goedkeuring rekenen.

Aan het ontbijt lees ik over het spijtige ongeval dat zich op de Donau in Boedapest heeft voorgedaan. Zelf heb ik goeie herinneringen aan het boottochtje dat wij enkele jaren geleden op diezelfde Donau maakten en tja, Zuid-Koreanen zullen altijd een speciaal plekje in mijn hart hebben. Momenteel zijn er nog veel vermisten, maar eerlijk, de kans dat iemand die in dat ijskoude water terecht kwam dat overleefd heeft, is zo goed als onbestaande.

De zon is van de partij op deze mooie bijna-zomerdag. Al is het nog ietwat aan de frisse kant, ik besluit toch mijn havaianas aan te doen voor onze wandeling door het oude stadscentrum van Zürich. We volgen de wandeling aangegeven op het kaartje dat we in ons hotel hebben meegenomen en die ons langs alle highlights zou moeten brengen.

De pittoreske straatjes van het oude stadscentrum waarvan ik de avond voordien al een glimp kon opvangen, weten me meteen te bekoren. Wat een contrast met het beeld van grauwe kantoorgebouwen dat in mijn hoofd opkwam, wanneer ik vroeger aan Zürich dacht. We wandelen langs de fameuze Grossmünster, een romaanse kerk die een belangrijke rol speelde in de reformatie van het Duitssprekende gedeelte van Zwitserland. Een periode in de geschiedenis van Zürich waarbij een hoofdrol is weggelegd voor pastoor Huldrych Zwingli, een historische figuur waar ik eerlijk gezegd nog nooit van gehoord heb.

De wandeling breng ons naar de Sechseläutenplatz, gelegen voor het Operagebouw, die volledig in beslag wordt genomen door een gigantische rood-witte circustent van Circus Knie, inclusief paardenstallen en kamelenstallen. Het circus reist zowaar met een mini-zoo die je apart kan bezoeken. We wandelen verder langs de mooie, groene wandelboulevard langs het meer en genieten van de zon die steeds warmer wordt. Overal langs de oever van het meer zitten mensen te genieten van het mooie weer. Dat vraag om een gelato, nietwaar? We kopen een lekker ijsje bij het ijskraampje Gelati am See en voelen ons helemaal in onze sas.

Na nog een stuk langs het meer gewandeld te hebben, keren we naar het centrum terug om te gaan lunchen en onze wandelroute verder te zetten, waarvan we nogal stevig zijn afgeweken. We komen terecht op het grote en mooie terras van Biergarten Bauschänzli. Tijdens het wandelen had ik het aangenaam warm, maar in de schaduw van onze parasol is het beslist een beetje frisjes. Gelukkig heb ik een lichte zomerjas bij om aan te trekken. Ik houd het bij een simpele pasta met kip en artisjok en Dries gaat voor een hamburger. Beide worden met veel Italiaanse flair door onze ober naar ons tafeltje gebracht. Geen bijzonder memorabele lunch, maar de magen zijn gevuld en we hebben een mooi uitzicht op de rivier Limmat en de Grossmünster.

De wandeling brengt ons verder naar de Fraumünster Kirche. Een toegangsticket kost 5 Zwitserse frank, een faire prijs voor een bezoek aan deze mooie kerk met museum/crypte. Mooiste kunstvoorwerp in de kerk: de muurschildering die de stichtingslegende uitbeeldt: twee vrome prinsessen wilden hun leven aan God wijden en werden door een hert met lichtgevend gewei naar een plek geleid, alwaar ze prompt besloten een kerk te bouwen. Niet echt een originele stichtingslegende, maar de muurschildering is mooi bewaard gebleven. De crypte onder de kerk bevat een klein museum waar de restanten te bewonderen zijn van de oorspronkelijke abdij die in de negende eeuw gesticht werd. Wel stom dat het niet toegelaten is foto’s te nemen.

We beginnen een beetje dorst te krijgen, hoog tijd om naar een leuke plek op zoek te gaan om iets te drinken. Ik typ ‘rooftopbar’ in Googlemaps en jawel, niet zo ver van ons vandaan is een rooftopbar. Helaas we zijn duidelijk niet de enige mensen die dorst hebben en na even rondgedraaid te hebben in de hoop dat er een tafeltje zou vrijkomen, geven we het op. Spijtig, want het zag er supergezellig uit.

Van de Bahnhofstrasse wandelen we verder naar de St. Peter Kirche, een kerk die om verschillende redenen heel bijzonder is:

  • het is het enige gebouw in Zürich met een houten dak
  • de toren en het schip hebben twee verschillende eigenaren (de toren is van de stad Zürich en het schip, de beiaard en de trap naar de beiaard zijn eigendom van de kerkgemeenschap)
  • het uurwerk op de toren is het grootste uurwerk van Europa met een diameter van 8,7 meter

Wij lopen de kerk binnen op het moment dat er een generale repetitie van een kamerorkest plaatsvindt met als soliste een duidelijk zeer getalenteerde violiste. We blijven even luisteren en zetten dan onze weg verder naar het Lindenhof.

Het Lindenhof, een plein gelegen op een heuvel met een fabuleus uitzicht, is het historische hart van Zürich. De heuvel bevat prehistorische, Romeinse en middeleeuwse restanten en staat op de Zwitserse inventaris van cultureel erfgoed van nationaal en regionaal belang. Maar de meeste bezoekers komen er uiteraard om een selfie te nemen met het prachtige uitzicht op de rivier de Limmat en de rest van Zürich.

Na uitgebreid van het uitzicht genoten te hebben, doen we een tweede poging om een rooftopbar te vinden. En zo komen we terecht op het dakterras van het hippe Hiltl, een vegetarisch buffetrestaurant dat ook een mooie drankenkaart heeft. We moeten even wachten om een tafeltje op het terras buiten te bemachtigen, maar we hebben geluk, er komt er snel eentje vrij. Ik bestel mij een heerlijke mango lassi, gevolgd door een Hugo (altijd lekker!).

Na deze welverdiende pauze wandelen we verder naar Zürich Hauptbahnhof, een verrassend levendig station met in de ondergrondse gangen veel marktkraampjes die bereide gerechten en groenten en fruit verkopen. Super handig. In het station bevindt zich ook de Tourist Info, alwaar we een aantal foldertjes bijeen sprokkelen over Zürich.

We wandelen terug langs de Limmat en maken zo de lus van de wandeling dicht. We stoppen even bij ons hotel voor een sanitaire stop en merken dat we allebei flink wat zon gepakt hebben. Omdat het was fris was vandaag hebben we er geen van beiden aan gedacht zonnecrème in de rugzak van het fototoestel te steken. We smeren snel een beetje crème (veel te laat natuurlijk) en gaan weer op pad, terug richting het meer.

Ditmaal wandelen we langs de andere oever van het meer. We genieten van de warme gloed van de ondergaande zon op de bergen. Opeens zijn er wat wolken aan de hemel verschenen, maar in combinatie met de door de zon verlichte bergen levert dit prachtige foto’s op. We passeren langs Seebad Enge, een publiek badhuis in het meer en besluiten even een kijkje te gaan nemen. Wat een super ontdekking! Op een houten vlonder zitten overal mensen met blote voeten te aperitieven (je mag de vlonder niet met schoenen betreden). Wij bestellen twee glaasjes prosecco aan de bar en vervoegen de rest van de hipsters. 😉

We lopen tot we aan een restaurant- en barcomplex komen dat zich een beetje in het meer bevindt. Op het eerste gezicht lijkt dit een ideale plek om te eten: het complex heeft een dakterras. Helaas blijkt het complex te complex voor ons. Er bevinden zich blijkbaar drie verschillende zaken in het gebouw (een fastfood afhaalrestaurant buiten op het gelijkvloers, een echt restaurant op de eerste verdieping en een bar op de hoogste verdieping). Het restaurant sluit binnen een kwartiertje (het is kwart voor negen ondertussen) en als we iets willen eten op het dakterras moeten we naar het afhaalrestaurant beneden gaan om daar iets te halen en dat zelf mee naar boven te brengen. Niet echt klantvriendelijk. Nu de zon onder is, begin ik het erg fris te krijgen en als dan ook nog eens het afhaalrestaurant aan het afsluiten blijkt, trappen we het maar af.

We wandelen terug langs het meer in de richting van ons hotel alwaar we een Italiaanse tapas zaak vinden die ons wel nog eten wil serveren. Het is ondertussen half tien en de ober deelt ons mee dat de keuken over een kwartier sluit. We houden het simpel met een risotto en een pasta porcini. Lekker en net waar ik zin in had!

Van Brussel naar Zürich – 29 mei 2019

Na een dagje werken, spoor ik naar Zaventem om de Swissair vlucht van 20.10u te nemen. Zoals gewoonlijk eet ik een slaatje bij de Exki en drink ik een groene smoothie om mezelf te hydrateren voor de vlucht. Raar maar waar: deze keer wordt ik niet gefouilleerd bij de security. Ik heb hoge verwachtingen van de Swissair-service, maar uiteindelijk blijkt het gewoon om een vermomd Brussels Airlines vliegtuig te gaan, dat uiteindelijk met wat vertraging vertrekt. Het enige wat deze vlucht het vermelden waard maakt, is het stukje Zwitserse chocolade dat alle klanten aangeboden krijgen.

Het is voor mij de eerste keer dat ik land op de luchthaven van Zürich. Wat een gigantische luchthaven! En wat een contrast met de petieterige luchthaven van Genève, alles is zo blinkend en nieuw. Jammer genoeg heb ik niet veel tijd om rond te kijken, want ik wil graag zo snel mogelijk de trein naar Zürich centrum nemen, alwaar Dries in het Platzhirsch hotel op mij wacht. Ik vind dankzij de goede aanduidingen moeiteloos het treinstation en na een paar minuten wachten, heb ik al een trein naar Zürich Hauptbahnhof.

Welgeteld 13 minuten later stap ik uit in Zürich Hauptbahnhof. Helaas zijn de aanduidingen in het station een pak minder duidelijk dan in de luchthaven. Ik loop dus maar een beetje op goed geluk een richting uit. Om mijn gsm-rekening wat te sparen, zet ik in Zwitserland altijd mijn dataverkeer af (roaming kost daar stukken van mensen). Dat is meestal geen probleem, omdat ik kan meesurfen op de personal hotspot van mijn vriend, maar nu ben ik alleen op een plek die ik niet ken. Gelukkig blijk ik op gevoel de juiste richting gekozen te hebben en eens bovengronds, kan ik mij oriënteren op de rivier en is het niet moeilijk om het hotel te vinden.

Mijn vriend zit al op mij te wachten in de bar van ons hotel. Ik dump snel mijn spullen op de kamer en vervoeg hem om een absoluut fabuleuze mint julep te drinken. Alvast een goed begin van een lang weekend Zürich.

Musée Barbier-Mueller – 10 juni 2019

Pinkstermaandag was het weer in Genève zo mogelijk nóg slechter als op Pinksteren. Zondag hadden we ten minste nog redelijk kunnen wandelen tussen de buien door, nu viel de regen met bakken tegelijkertijd uit de lucht. Dat betekende meteen dat we voor de tweede keer een kruis konden maken over onze geplande parapente duosprong. Ik was minder teleurgesteld dan de eerste keer, want ik had mij er al mentaal op voorbereid dat het niets zou worden. En persoonlijk spring ik liever bij een stralend blauwe hemel dan tussen grijze regenwolken door.

Op zoek naar een plan B dan maar. Zoals eerder gezegd, hebben mijn vriend en ik zo langzamerhand al bijna elk museum in Genève gezien en wordt het steeds moeilijker om slechtweeractiviteiten te bedenken, zeker op een maandag, sluitingsdag bij veel musea. Maar kijk, het Musée Barbier-Mueller, een museum met een collectie kunstvoorwerpen uit de oudheid, Afrika, Azië en Oceanië, hadden we nog niet bezocht. Zo’n gevarieerde collectie, dat moest wel de moeite zijn, dus hup, gewapend met twee regenjassen en nog slechts één paraplu (de andere was de dag voordien gepikt in het Rode Kruis museum) trokken we richting het oude stadscentrum.

En kijk, dit piepkleine museum (op een uur heb je alles wel gezien) bleek een aangename verrassing. Ik was bijzonder onder de indruk van de Indische juwelen en maskers uit Papoea-Nieuw-Guinea die tentoongesteld werden, maar ook de tijdelijke tentoonstelling rond Malinees fotograaf Malick Sidibé viel best te pruimen. Altijd fijn om nieuwe fotografen te leren kennen. De Indische juwelen waren gigantisch groot en versierd met prachtig gedetailleerde motieven. Deze juwelen hebben ongetwijfeld een fortuin gekost hebben. Ik kan me eerlijk gezegd niet voorstellen om met zoiets rond mijn nek rond te lopen, moet verschrikkelijk zwaar zijn.

De maskers die getoond werden, waren erg goed bewaard gebleven en ja, dat blijft fascineren, he, die vreemde gezichten die je aanstaren vanachter een glazen wand.

Er was ook een kamer met voorwerpen uit de oudheid, waarvan sommige zelfs dateerden uit 6000 voor Christus (!). Ongelooflijk hoe verfijnd de voorwerpen uit die tijd al waren.

Een deel van de tentoonstelling bestaande uit metalen altaarstukken uit Benin was in opbouw, waardoor nog niet alle voorwerpen van een label voorzien waren, maar dat stoorde me niet zozeer. Het smeedwerk was op zich fascinerend genoeg.

Uit de informatie op de website leid ik trouwens af dat de collectie in het bezit van dit museum veel groter is dan het beperkt aan tal voorwerpen dat wij gezien hebben. Dat maakt het ongetwijfeld de moeite waard om nog eens terug te keren als de tentoonstellingen gewisseld worden.

International Red Cross and Red Crescent Museum – 9 juni 2019

Zo mooi als het weer zaterdag was, zo bedroevend was het op Pinksteren. Al een geluk dat Dries en ik besloten hadden lekker lang uit te slapen, zodat we al een stukje van deze grauwe dag gemist hadden.

Het probleem met grauwe, regenachtige dagen in Genève is dat er niet zo heel veel slechtweeractiviteiten zijn. Ondertussen hebben Dries en ik al bijna elk museum bezocht en een namiddag in de cinema zitten is ook zo onnozel. Gelukkig was er nog één museum dat op ons todo-lijstje stond: het International Red Cross and Red Crescent Museum. We hadden al eens eerder op het punt gestaan dit museum te bezoeken, maar, ondanks de goede score die het museum krijgt op tripadvisor, had ik toen niet zoveel zin in een ‘zwaar’ museum. Het grijze weer paste echter perfect bij dit soort museum en uiteindelijk sta ik voor de volle honderd procent achter het werk van het Rode Kruis.

Ik trok twee regenjasjes over mekaar aan en deed mijn wandelschoenen aan (mij op vestimentair vlak zwaar vergist voor dit weekend: enkel lichte zomerkledij in de handbagage en zestien graden kan je bezwaarlijk zomerse temperaturen noemen). Gewapend met twee paraplu’s trokken we te voet richting het museum. Daar aangekomen maakten we bijna rechtsomkeert bij het zien van de lange rij aan de ticketbalie. Echt, die Franstalige Zwitsers, efficiënt zijn ze niet. Er waren nochtans twee kassa’s beschikbaar, maar een charmante jongedame handelde in haar eentje zowel de ticketverkoop, als het uitdelen van de audioguides af. Serieus, dat kan beter georganiseerd worden.

Enfin ja, na een half uur (!) aangeschoven te hebben, was het dan eindelijk onze beurt. Ik kon het niet laten en gaf mijn organisatorische ergernis mee aan de jongedame in de kwestie. Ik snap best dat zij er niets aan kan doen dat ze alleen voor de kassa en de audioguides moet zorgen, maar ze kan dit hopelijk aan haar manager meegeven zodat die in de toekomst het proces kan verbeteren. Of bied mensen gewoon de gelegenheid om hun tickets online te kopen. Dat kan je toch amper nog revolutionair noemen in deze tijden?

Ik moet eerlijk zeggen dat het Red Cross Museum mijn hoge verwachtingen niet waar maakte. Ik snap waarom bepaalde keuzes gemaakt zijn, emoties zijn belangrijk om contact te leggen met je publiek, maar een beetje meer facts and figures had ik zeker geapprecieerd. In welke landen is het Rode Kruis werkzaam? In hoeveel conflictzones? Hoeveel haalt het Rode Kruis jaarlijks op aan giften? En ook de geschiedenis van de organisatie bleef te zeer onderbelicht, op die ene kanttekening over de houding van het Rode Kruis ten opzichte van de jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog na. Ik miste ook de stem van de Rode Kruis-medewerker zelf.

Ik bleef dus wat op mijn honger zitten. Al zaten er zeker goede stukken in het museum. Het gedeelte over het systeem om krijgsgevangenen op te zoeken was heel interessant. De tijdelijke tentoonstelling over gevangenissen was meer mijn ding. Knap in beeld gebracht en de tentoonstelling werpt terechte vragen op over de manier waarop ons huidige strafuitvoeringsysteem in mekaar zit. Is de gevangenis wel het meest geschikte instrument om mensen die in de fout gegaan zijn terug op het rechte pad te brengen?

Maar in het algemeen vond ik het museum minder pakkend dat ik verwacht had. Komt daar nog bij dat we bij het naar buiten gaan moesten vaststellen dat mijn rood-wit geruite paraplu gepikt was. Tsss!

Als afsluiter van de dag gingen we eten bij ons favoriete Chinese restaurant. Voor mij inktvis in zwartebonensaus en voor mijn vriend canard à l’orange. Meteen goed voor wat extra vuurwerk. 😉

Caves Ouvertes Vaudoises – 8 juni 2019

Dit pinksterweekend was ik speciaal naar Genève over gevlogen om deel te nemen aan de fameuze Caves Ouvertes, waar Dries altijd zo laaiend enthousiast over is. Hij kocht op voorhand een passeport Caves Ouvertes dat ons recht gaf op een glas, toegang tot het openbaar vervoer en de mogelijkheid om zoveel wijn te proeven als we wilden.

Dries en ik hadden afgesproken met zijn collega Alan om de trein van 10.19u naar Chexbres te nemen. We hadden al eerder gewandeld tussen deze prachtige UNESCO werelderfgoed terrassen, dus ik keek ernaar uit om nu volop te proeven van de ongetwijfeld heerlijke wijnen die hier geproduceerd worden.

Het weer was schitterend op zaterdag en het was duidelijk dat wij niet de enigen waren die zin hadden in een dagje wijn proeven. In Chexbres was het bijzonder druk aan het toeristische kantoor, waar we de wijnglassen en het bijhorende paspoort moesten ophalen. In Chexbres hadden we afgesproken met een oud-collega van Alan die al een uurtje eerder op verkenning was getrokken en graag onze gids speelde.

Onze eerste stop was Cave Francey alwaar we meteen al een mooi uitzicht hadden op het meer van Genève en de terrassen. De wijn was lekker, maar organisatorisch stond het één en ander duidelijk nog niet op punt. Beetje vreemd, want dit is een jaarlijks wederkerend evenement. Van Zwitsers zou je toch iets meer efficiëntie verwachten. We kregen meteen ook wat proevertjes kaas en worst aangeboden. Altijd welkom.

Vervolgens gingen we verder naar Cave Champ de Clos en Domaine Bovy. De werkelijk prachtige tuin van Domaine nodigde uit om hier een middagpauze in te lassen. We vonden een mooie tafel in de schaduw en we bestelden sushi du terroir (jawel, sushi gemaakt met streekproducten, al heb ik sterke vermoedens dat de rijst niet lokaal geteeld werd) en een vegetarisch assortiment. Omdat de proevertjes hier nogal klein uitvielen, kochten we ook een flesje Viognier om aan tafel te degusteren. Tijdens onze lunch kregen we het gezelschap van een Ierse kameraad van Alan en zijn vrouw.

Na deze zeer lekkere lunch zetten we onze ontdekkingstocht in Chexbres verder. We proefden wijn bij Pierre-Luc Leyvraz et André Bélard en Constant Jomini. Ook hier stelden we vast dat de praktische organisatie beter kon, maar hey, de wijn was lekker! Het moet gezegd dat de vrolijkheid van ons gezelschap evenredig toenam met het aantal proevertjes. Bij onze laatste stop in Chexbres vervoegde nog een kameraad van de oud-collega van Alan ons ondertussen behoorlijk aangeschoten gezelschap.

Omdat het weer zo prachtig was, besloten we te voet verder te wandelen naar het volgende dorpje: Epesses. De wandeling beloonde ons met schitterende uitzichten op de omgeving, maar de heren in ons gezelschap werden nogal opgeslorpt door het feit dat ze de fles rode wijn die ze kochten bij Pierre-Luc Leyvraz et André Bélard niet open kregen. Wie trekt er nu ook op wijnuitstap zonder een kurkentrekker? Gevolg: om de haverklap spraken ze andere wandelaars aan met de vraag of ze misschien een kurkentrekker van hen konden lenen. Uiteindelijk is de Ier gaan aankloppen bij een woning langs de weg en hielp een vriendelijke Zwitser ons uit de nood.

In Epesses vonden we een plekje op het werkelijk prachtige terras van Philippe Rouge alwaar we de rest van de avond in de zon doorbrachten. We kochten wat kaas en worst om de honger te stillen en genoten van een heerlijk flesje witte wijn. Meer moet dat soms echt niet zijn. En dankzij de Zwitserse spoorwegen zijn we in onze aangeschoten toestand veilig weer in Genève geraakt. Alwaar mijn vriend en ik als afsluiter van de avond nog snel iets bij een Indiër bij ons in de buurt zijn gaan eten. Kwestie van al die alcohol wat te absorberen. 😉

Van Milaan naar Lugano – 1 april 2019

Ik ga er niet om liegen: het opstaan om 6u deed pijn, veel pijn. Dries en ik pakken onze spullen bijeen en zorgen dat we na het uitchecken in pole position staan wanneer het ontbijt opent om 6.30u. In een snel tempo steken we wat eieren en fruit binnen om ons vervolgens naar het station van Milaan te begeven.

We zijn mooi op tijd voor de trein van 7.10u, die stipt vertrekt op het voorziene uur. Helaas doet zich onderweg een klein akkefietje voor met een passagier die onwel wordt en dient geëvacueerd te worden. Daardoor lopen we meer dan een half uur vertraging op, die we onderweg niet meer kunnen inhalen. Dries zal dus zeker te laat zijn voor zijn conferentie in Lugano.

In Lugano aangekomen is het even zoeken naar de makkelijkste weg om naar ons hotel te geraken. Het hotel bevindt zich vlakbij het station, dus op papier lijkt dit een makkelijke opdracht. Lugano is echter gebouwd op verschillende heuvels die aflopen naar het meer, waardoor de hoogteverschillen aanzienlijk zijn en het niet altijd even makkelijk is om googlemaps correct te interpreteren.

Gelukkig moeten we niet al te lang zoeken en vinden we het Federale Hotel snel. We zijn blij om aan de receptie te vernemen dat we al dadelijk op de kamer mogen. Kunnen we ons wat opfrissen alvorens aan de dag te beginnen. Dries vertrekt naar zijn conferentie en ik neem mijn spullen bijeen om Lugano te verkennen.

Ik begin mijn bezoek aan Lugano met een moment van bezinning in de met mooie fresco’s versierde kathedraal. Vanaf het terras van de kathedraal heb je ook een mooi uitzicht over het meer. Ik wandel door de kronkelende straatjes verder naar beneden tot aan de oever van het meer. Mijn eerste indrukken van Lugano zijn zeer positief: wat een charmant stadje! De stralende lentezon op mijn gezicht helpt natuurlijk ook.

Langs de oevers van het meer loop ik verder tot aan het LAC (Lugano Arte e Cultura) museum, een hypermodern gebouw dat me wel kan bekoren. Ik loop de Kirche Santa Maria degli Angioli binnen die van boven tot onder beschilderd is met schitterende fresco’s van de hand van Bernardino Luini, een leerling van Leonardo da Vinci. Zeer indrukwekkend. In de kerk is een dame bezig met de restauratie van de fresco’s, een precisiewerkje dat niet aan mij besteed zou zijn.

Door een groep toeristen te volgen ontdek ik naast de kerk een oude pandgang van een klooster die nu ingewerkt is in de binnentuin van een appartementencomplex. In de pandgang ontdek ik redelijk goed bewaard gebleven overblijfselen van fresco’s uit de 16de eeuw. De fresco’s getuigen van de rijke geschiedenis van Lugano.

De zon blijft haar beste beentje voorzetten en ik zet mijn tocht verder langs het meer in de richting van een mini-versie van de Geneefse Jet d’Eau. Ik wandel op mijn gemak en hier en daar las ik op een bankje een pauze in om te genieten van het mooie uitzicht op het meer en de bergen. Wat een fantastische plek moet dit wel niet zijn om te wonen. Wat mij betreft is Lugano mooier dan Genève. De sfeer in Lugano is ook gemoedelijker dan in het chique Genève.

De promenade langs het meer stopt bij de Jet d’Eau, dus noodgedwongen keer ik op mijn stappen terug. Ik loop de promenade in de omgekeerde richting af tot het uiterste puntje van Parco Ciani, alwaar mensen in badpak zitten te zonnen. Jawel, zo warm is het dus. Na deze fijne wandeling heb ik wel een gelato verdiend, denk ik zo. Via googlemaps kom ik terecht bij -9° Gelato Italiano, een prachtige winkel alwaar het ijs uit van die klassieke zilverkleurig tonnetjes geschept wordt. Ik zet me buiten op hun terras en smul van mijn ijsje met mango en melkchocolade.

Van mijn vriend krijg ik het bericht dat hij net in pauze is. Ik ben vlakbij (de conferentie vindt plaats in een gebouw in het Parco Ciani) en besluit even dag te zeggen tegen hem en zijn collega. Ze zijn zelfs zo vriendelijk om een beetje fruit voor mij te pikken van het buffet.

Omdat ik voor morgenochtend nog geen vervoer naar de luchthaven geregeld heb, besluit ik dit eerst af te handelen. Ik keer op mijn gemak terug naar het hotel en loop hier en daar nog een kerk binnen om het interieur te bewonderen. Om mezelf een steile klim naar boven te besparen, neem ik de funiculare. Een kort ritje dat me flink wat tijd uitspaart.

In het hotel informeer ik naar de mogelijkheden om op de luchthaven te geraken. Mijn vlucht vertrekt om 8.54u en het duurt (zonder file) ongeveer een uur om van Lugano in Malpensa Airport te geraken. De dame aan het onthaal zegt me dat ik zeker twee uur op voorhand op Malpensa moet zijn, maar dat lijkt me ietwat overdreven voor een korte Europese vlucht. Om half zes vertrekken, lijkt me redelijk. Ik informeer naar de kostprijs van een taxi en val bijna achterover wanneer de dame mij deze meedeelt: 280 CHF! Voor dat bedrag kan ik een paar keer op en af vliegen. Het alternatief is de shuttle bus naar de luchthaven, die kost slechts 25 CHF. Helaas heeft de shuttle bus één klein nadeel: deze vertrekt om 3.45u. Ik slik, maar besluit toch maar door te bijten. Opstaan om 3 uur ‘s nachts, daar wordt een mens hard van (ik háát vroeg opstaan).

Ik ga alvast poolshoogte nemen bij het station van Lugano om te kijken waar de bus vertrekt. Het lijkt me niet wenselijk om in het holst van de nacht met een valies en een zware rugzak aan een zoektocht te moeten beginnen. Ik zie vóór het station een kleine pendelbus staan met daarop Milaan Malpensa: gevonden!

Ik neem de funiculare terug naar beneden en ontmoet mijn vriend en zijn collega aan het conferentiecentrum om samen het avondmaal te nuttigen. We maken een korte wandeling door Lugano, want het is de eerste keer dat de collega van mijn vriend hier komt en het zou zonde zijn om niets van deze mooie stad gezien te hebben. Voor mij is het trouwens ook mijn eerste bezoek aan Lugano, maar na een halve dag rondwandelen, voel ik mij al een hele expert. Ik laat hen zelfs trots de door mij ontdekte fresco’s zijn.

Voor het avondmaal komen we terecht in een restaurant dat geheel toevallig dezelfde naam heeft als het hotel waarin we verblijven: Federale. Ik bestel een risotto met vis en paddenstoelen, kwestie van nog een laatste keer van de Italiaanse keuken te genieten. Eén van de betere risotto’s die ik al gegeten heb, trouwens. Mijn bord is leeg op een zucht. (Op het ijsje en fruit na heb ik sinds het ontbijt niets meer gegeten).

Na dit heerlijke avondmaal heb ik nog net een plekje voor een gelato (wel iets minder lekker als die van deze namiddag). Decadent, ik besef het.

Na nog een korte wandeling keren we met de funiculare terug naar het hotel, kwestie van toch nog een beetje slaap mee te pikken alvorens de wekker om 3 uur ‘s nachts afloopt. Ik zet alles klaar voor het vertrek zodat ik Dries niet al te zeer moet storen in het holst van de nacht.

Dit onvoorziene uitstapje naar Lugano was wat mij betreft alleszins een schot in de roos.

« Older posts Newer posts »

© 2024 The Swiss Life

Theme by Anders NorenUp ↑