Deze ochtend hebben we afgesproken bij de Jardin du Prieuré de Saint-Jean voor een wandeling langs de Rhône. Toen ikzelf nog in Genève woonde, wandelde ik vaak op dit schaduwrijke pad langs de rechteroever van de rivier. Een stukje natuur waar ik kon ontsnappen aan het lawaai van de wagens die onophoudelijk voorbij raasden op de drukke baan waaraan ons appartementje gelegen was.

We wandelen tot aan het Viaduc de la Jonction en steken de recent heropende spoorwegbrug over. De eerste keer voor mij, want gans de periode dat ik in Genève woonde, was de brug onder constructie. Bijzonder, zo vlak langs de spoorweg lopen, zeker wanneer er een trein langs je voorbij zoeft. Een extra troef van dit viaduct is dat je een schitterend uitzicht hebt op de samenvloeiing van de Rhône en de Arve. De Rhône is helderblauw, terwijl de Arve eerder een troebele modderkleur heeft. Waar het water van beide rivieren samenkomt, ontstaat een interessante mengeling.

Aan de ander kant van het viaduct bezoeken we het kleine, maar gezellige Parc aux animaux du Bois-de-la-Bâtie. Geen grote, exotische dieren hier, maar konijnen, varkens, geitjes, eenden, cavia’s en een mooie collectie vogels. Meer dan genoeg te zien om de kinderen een tijdje te entertainen.

Van de dierentuin wandelen we verder naar de nabijgelegen speeltuin. Het is opvallend frisser dan de twee voorbije dagen. De zon is nog steeds van de partij, maar er is een koude wind opgestoken die maakt dat ik mijn fleece goed kan verdragen. Op weg naar Café de la Tour vallen er zelfs een paar druppels uit de hemel, maar een echte regenbui blijft gelukkig uit.

Café de la Tour is een charmante brasserie in traditioneel Zwitserse stijl. We hebben geluk, met ons gezelschap van acht personen zijn we net voor de middagdrukte gearriveerd. Ik bestel de dagschotel: filets de perche en geniet van een simpele, maar degelijke maaltijd. Het gratis raketijsje voor de kinderen na de maaltijd is een mooi gebaar.

Na het middagmaal steken we de Arve over en lopen langs de linkeroever van de Rhône terug naar het meer van Genève. Via een wandelroute op de derde verdieping van een reeks aan elkaar geschakelde flatgebouwen hebben we een mooi uitzicht op de omgeving. Jammer dat de flatgebouwen zelf zo verschrikkelijk lelijk zijn. Toch wel een minpunt zo vlakbij het hart van Genève.

We blijven even plakken bij een speeltuin, want aan speeltuinen geen gebrek in Genève. Moet natuurlijk wel, want de meeste gezinnen wonen hier in appartementen. Dus is het belangrijk dat er in de stad zelf voldoende speelplekken zijn. Bijzonder cool: de meeste scholen hier stellen de speeltuigen op hun speelplaatsen buiten de speeltijden open voor toevallige voorbijgangers.

Bij het meer aangekomen, besluiten we de stereotype toerist uit te hangen en een boottochtje te boeken. Altijd leuk. De zon blijft haar best doen, maar op het dek van de boot is het bijzonder frisjes. We houden echter dapper vol en zelfs het door de felle wind veroorzaakte regengordijn van de Jet d’Eau kan ons niet van het dek verjagen. Wat een verschil met die keer dat Dries en ik dezelfde boottocht maakten in de gietende regen in november 2012. Buiten de fijne mist van de Jet d’Eau en een paar verdwaalde regendruppels hier en daar, houden we het nu droog.

De boottocht is prachtig, maar of de meisjes veel van de omgeving gezien hebben, is twijfelachtig, ze zijn te druk met Dries, die letterlijk bedolven wordt onder drie meisjes die allemaal vechten om zijn aandacht. Tja, ik ken mijn plaats. 😉

We stappen van de boot af vlakbij het Brunswick Monument en bewonderen het mausoleum van hertog Charles II de Brunswick, die in ruil voor dit bescheiden monument zijn fortuin aan de stad Genève schonk. Omdat een bezoek aan Genève niet volledig is zonder wat chocolade te kopen, stappen we een chocoladewinkel binnen.

Na al die zon de voorbije dagen, was het te verwachten dat ons goedweergeluk zou op geraken. De regenwolken pakken samen boven Genève en we besluiten wat te gaan opwarmen in het eerste het beste café dat we op ons pad tegen komen. Het blijkt een eerder bruin café te zijn, maar hey, de warme drankjes doen ons ontzettend veel deugd.

We eindigen onze dag in de nogal kitscherige Auberge de Saviese met een pot heerlijke kaasfondue. When in Geneva…

De ganse dag buiten lopen in de kou eist zijn tol: de vermoeidheid slaat toe. Na de maaltijd nemen we dan ook afscheid van onze vrienden en keren Dries en ik naar ons appartementje terug. Moe, maar tevreden en met een maag vol gesmolten kaas. 😉