Na afscheid genomen te hebben van Jan en Kristel, reserveerde Dries een waterfiets voor zes personen en gingen we op zoek naar iets om te eten. Momenteel zijn de Fêtes de Genève volop aan de gang. Dat betekent dat er langs beide zijden van het meer kermisattracties, eettentjes en drankgelegenheden staan opgesteld (en dat er bijna elke dag vuurwerk wordt afgestoken). Aangezien het echter nog maar twaalf uur was, waren veel eetstandjes nog aan het opstarten en iedereen weet dat hongerige kinderen geen plezante kinderen zijn. Na een uitgebreide enquête over het lievelingseten van Lucía, Matteo en Raquel afgenomen te hebben, besloten we een pizzazaak op te zoeken. 😉 De eerste zaak die we in het vizier hadden, bleek echter gesloten te zijn. Bij de tweede zaak (die we veiligheidshalve eerst opgebeld hadden), hadden we meer succes. Onze tafel op het terras stond al klaar en we kregen meteen een menukaart aangereikt.

Lang moest er niet nagedacht worden: vier pizza’s en één gnocchi del nonno (drie keer reden wie dat laatste gerecht bestelde). De pizza’s werden met bijzonder veel smaak verorberd. Ik had eerlijk gezegd niet verwacht dat de kinderen zo goed zouden eten. Al bleken ze er geen moeite mee hebben nog een plekje te vinden voor het snoepgoed dat de ober na de maaltijd kwam brengen. Da Gabriele, dikke aanrader als je met kinderen op stap bent.

We waren mooi op tijd voor ons tochtje met de waterfiets. De zon scheen volop, dus werd de zonnecrème bovengehaald om al die tere huidjes te beschermen. Dries deed het meeste trapwerk, maar ook de kinderen lieten zich niet onbetuigd. Aangezien er kandidaten genoeg waren om te watertrappelen, beperkte ik mij tot genieten van het zonnetje en het fijne briesje.

Na het waterfietsen (dat stoere Matteo toch maar een beetje saai vond) wandelden we naar het reuzenrad dat opgesteld stond in de Jardin Anglais. Onderweg werden we staande gehouden door een pottenbakker die ter plekke drie kleine kleicreaties voor de kinderen draaide, elk met in het Arabisch hun naam erop. De pottenbakker reikte de nog zachte klei aan op een stukje karton, wat betekende dat we de rest van de namiddag supervoorzichtig moesten zijn om deze fragiele creaties heelhuids thuis te krijgen. 😉

Het reuzenrad bood ons een schitterend uitzicht over Genève en het meer, waarna we de Pont du Mont-Blanc over wandelden om de kinderen bij Mullers Factory te trakteren op een welverdiend ijsje. Helaas besloot de bol stracciatella van Lucía na een paar happen dat het tijd was om de vrijheid (aka de grond) op te zoeken. Ze keek behoorlijk beteuterd, maar wilde, ondanks aandringen van onze kant, geen tweede ijsje.

Daarna was het tijd om eendjes te vangen en stoer te doen op de botsautootjes. De botsautootjes zullen voor mij altijd verbonden blijven met die periode uit het middelbaar dat de botsauto’s ongeveer de stoerste attractie waren op de kermis en onderdeel uitmaakten van het subtiele paringsgedrag der pubers met te veel hormonen. Maar ‘t was wel leuk om mijn stuurkunsten nog eens te mogen boven halen! 😉

Dries ging met de drie kinderen ook nog in een funhouse, terwijl ik op de tassen paste. Daarna vonden we het welletjes en besloten we een rustig terrasje op te zoeken om nog iets te drinken. Terwijl ik ‘ik zie, ik zie wat jij niet ziet’ speelde met de kinderen, ging Dries de auto ophalen.

We slaagden erin om alle drie de kinderen heelhuids terug af te leveren bij hun ouders, alwaar we vriendelijk uitgenodigd werden om te blijven eten voor het avondmaal. Daar zeiden we natuurlijk geen neen tegen!