The Swiss Life

Dries en Carolien in .ch

Page 6 of 15

Het meer van Genève, Yvoire en rooftopbars – 4 augustus 2018

Het ziet ernaar uit dat we een zonnige, maar hete dag tegemoet gaan vandaag. Dries en ik staan goed op tijd op, want we hebben afgesproken om samen met mijn vader te gaan ontbijten in Hotel Ibis Styles Genève Gare. Mijn vader zit al op ons te wachten bij de receptie. Het ontbijt is lekker vers en gevarieerd. Een goed begin van de dag.

Vanaf het hotel wandelen we naar het Brunswick Monument, dat met zijn gotische overdaad een goed startpunt vormt om mijn vader Genève beter te leren kennen. Dries heeft tickets gereserveerd voor een boottocht naar Yvoire, maar we zijn veel te vroeg bij de aanlegsteiger van de boot. Onze marges iets te ruim genomen. Geen erg, we wandelen wat langs het meer, bewonderen de talloze zwanen en zien de Jet d’Eau in al zijn glorie. Het is al stevig warm, dat belooft voor de rest van de dag. Spijtig genoeg is, ondanks de stralend blauwe hemel, de Mont Blanc niet zichtbaar en ook de andere bergen zijn versluierd door een waas van (vermoedelijk) waterdamp.

Het boottochtje verloopt zeer gemoedelijk, we maken foto’s van de pittoreske haventjes waar de boot aanmeert en we wagen ons zelfs aan een glaasje Chasselas als aperitief (het is op dat moment nog niet eens middag!). We zitten op het voorste dek in de vlakke zon, maar de luchtverplaatsing veroorzaakt door de beweging van de boot zorgt gelukkig voor een beetje verkoeling. Al wordt het mijn vader op een gegeven moment toch te warm en trekt hij zich terug binnen in de boot.

Op de boot kopen we tickets voor le Jardin des Cinq Sens. Het personeel op de boot blinkt echter uit in inefficiëntie en ondanks het feit dat er slechts een paar personen vóór Dries zijn, duurt het een eeuwigheid voor hij zijn drie tickets heeft bemachtigd. Ook bij het bestellen van de drank merkten we eenzelfde ongelooflijke inefficiëntie op. Iets wat ons ook al in andere établissementen is opgevallen. En ‘t is niet dat die mensen hun job tegen hun goesting doen, ze slagen er gewoon niet in de nodige handelingen op een logische manier uit te voeren. Heel bizar.

In Yvoire aangekomen maken we een kleine wandeling door de pittoreske straatjes, alvorens de benen onder tafel te schuiven bij Les Jardins du Léman. We hebben een fantastische tafel op het panoramische terras met schitterend uitzicht op het Château d’Yvoire, het meer en de Jardin des Cinq Sens aan onze voeten. Dat het eten een gastronomische plezierreis blijkt, is mooi meegenomen. Zeer terecht op nummer één bij Tripadvisor.

Na deze heerlijke lunch bezoeken we de Jardin des Cinq Sens, waar ze duidelijk elke dag hebben moeten sproeien om ervoor te zorgen dat de tuin er nog wat iet of wat groen bij lag. Mijn favoriete gedeelte van de tuin blijven de geurige planten. Heerlijk! Spijtig genoeg vertrekt de laatste boot naar Genève al om 16u en moeten we na ons bezoek aan de tuin al afscheid nemen van Yvoire. Veel te kort. Ik kom zeker nog eens terug!

Op de terugweg zien we allerlei donkere wolken rondom ons samen pakken. We vrezen door een stevige onweersbui overvallen te worden. Het was ten slotte op het warmste moment van de dag maar liefst 35 graden. Maar onze boot slaagt erin tussen de donderwolken door te laveren en de regenbuien te vermijden. Helaas word ik op de terugweg onvermoed langs achter aangevallen door een wesp of een bij. Het insect in kwestie steekt me op de achterkant van mijn arm, vlak onder mijn schouder. De steek is bijzonder pijnlijk en ik voel de angel zitten, maar kan de schade zelf niet opnemen, omdat ik jammer genoeg geen ogen op mijn rug heb.

Helaas is Dries net naar het toilet op het moment van het accident en moet ik wachten tot hij kan bekijken of hij de angel kan verwijderen (mijn vader is verziend, dus zijn hulp kan ik niet inroepen). Dat blijkt niet zo evident en we gaan op zoek naar een EHBO kist aan boord. Een lid van de bemanning is zo vriendelijk om ons verder te helpen, maar heeft niet het lef om de angel eruit te trekken. Dries hanteert dus zelf het pincet om de angel te verwijderen. Al lees ik achteraf wel dat je beter geen pincet hanteert om een angel uit te trekken. Het lijkt alsof er nog een gifzakje aan de angel bevestigd is, dus misschien was het toch een bij die kuren kreeg.

De steek doet alleszins flink zeer en ik voel de achterkant van mijn bovenarm opzwellen. Gelukkig zit in de EHBO-kist een middeltje tegen insectenbeten, maar mijn vriend en ik besluiten na aankomst in Genève toch even langs de apotheek in het station Cornavin te gaan (open tot 22u!). We laten mijn vader achter op een bankje in het parkje bij het Brunswick monument en gaan in marstempo naar de apotheek. Het is er verschrikkelijk druk en de klant vóór ons blijft maar kletsen. Ik zweer het, efficiënte bediening is in Genève een zeldzaam goed.

Ik koop een crème tegen insectenbeten en mijn vriend smeert een dikke laag op de beet. We pikken mijn vader op waar we hem achter gelaten hebben en nemen de Mouette naar de overkant van het meer met de bedoeling de Jet d’Eau van dichterbij te inspecteren. Helaas we zitten nog geen twee minuten op de de Mouette of de Jet d’Eau stopt met spuiten. Alsof hij het erom doet.

Dan maar op zoek naar iets kleins om te eten. We belanden op het terras van Italiaans restaurant Fifty-fifty, uitgebaat door een geweldig Italiaans koppel die het bijzonder grappig vonden dat we belden om een tafel te reserveren met de boodschap dat we er in zeven minuten zouden zijn. Die zeven minuten zijn een wederkerend thema, want ons eten komt er verrassend snel (je zou bijna zeggen, na zeven minuten). Mijn salade is niet echt memorabel, maar goed, het kan niet altijd haute-cuisine zijn.

Na het avondmaal kuieren we nog een beetje door straten van de Oude Stad om ons eten beter te laten verteren. De avond sluiten we af op de Met Rooftop Bar. Al moeten we wel even slikken als we de prijzen van de drankjes zien. 24 CHF voor een cocktail is er misschien toch een beetje over. Maar het uitzicht is natuurlijk wel fenomenaal. We bestellen het goedkoopste wat op de kaart staat en drinken zo traag mogelijk van ons drankje. We vallen een beetje uit de toon met onze bezwete kleren, sandalen en flipflops. De andere klanten rondom ons hebben duidelijk moeite gedaan om zich op te dirken voor een avondje uit.

Na één drankje houden we het voor bekeken: we hebben de avond zien vallen over de stad en de lichten één voor één zien aangaan. Een mooi einde van een hete dag.

Luchtdoop – 3 augustus 2018

Een bijzondere dag! Vandaag vlieg ik samen met mijn vader naar Genève om mijn vriend te bezoeken. Het is voor mijn vader de allereerste keer dat hij het vliegtuig neemt, dus voor hem is alles nieuw en bijzonder. Zélfs de security (en uiteraard vergeet hij zijn sleutels uit zijn broekzak te halen).

Omdat ik wat marge wil inbouwen (ik wil niet dat de eerste vlucht van mijn vader in het water valt), spreken we twee uur vóór vertrek af in de luchthaven. We eten samen een Exki slaatje (toch spijtig dat er zo weinig goede en betaalbare restaurants op Brussels Airport zijn), trotseren de security (tegenwoordig word ik standaard op springstoffen onderzocht, geen idee waarom), gaan nog iets drinken met uitzicht op de vliegtuigen en dan is het, met een twintigtal minuten vertraging, eindelijk zo ver: we stijgen op.

Door de vertraging krijgt mijn vader niet de spectaculaire zonsondergang te zien waarop ik gehoopt had, maar er is wel nog kleur in de lucht te zien. En op zich is vliegen voor de eerste keer, zelfs al is het maar een kort vluchtje, altijd spectaculair.

De vlucht verloopt verder vlotjes. In Genève staat Dries ons op te wachten en nemen we samen de bus naar het hotel van mijn vader. Na mijn vader ingecheckt te hebben, nemen Dries en ik afscheid. Al ben ik stiekem wel jaloers op het comfortabele hotelbed van mijn vader.

Op de studio van Dries aangekomen, drinken we een glaasje Zwitserse whiskey op onze reünie alvorens in bed te kruipen. Ik hoop alleszins op een goede nachtrust in het loeiend hete Genève (35 graden), want morgen hebben we een drukke dag voor de boeg.

<

Van Montreux naar België – 13 mei 2018

Ons goedweergeluk is duidelijk opgebruikt, onze laatste dag in Montreux. Het regent onophoudelijk en de wolken hangen zo laag dat je de prachtige bergen zelfs niet meer ziet. Onze wandelschoenen zijn na al het water dat ze de dag voordien te slikken kregen, nog steeds niet droog. En ook mijn fleece voelt nog steeds klam aan.

Reden genoeg om na het ontbijt onze spullen bijeen te pakken en vroeger dan gepland terug te keren naar Genève. We vinden het niet eens zo erg, we hebben beide nog werk genoeg en in de regen en de mist rondlopen is niet bepaald plezant. We zijn al bijzonder blij met de twee onverwacht prachtige dagen die we achter de rug hebben. Op voorhand hadden we nooit durven dromen dat we samen gesmolten kaas zouden eten op een zonnige weide met uitzicht op het meer.

We nemen de eerste de beste trein naar Genève en laten het grauwe weer achter ons. Rond lunchtijd zijn we terug op ons appartementje. Voor het middagmaal besluiten we een Chinees restaurant uit te proberen in onze buurt. Een onverwachte meevaller is dat ze ‘s middag buffet serveren. Aangezien het moederdag is, zijn er veel gezinnen die hier komen lunchen om mama in de bloemetjes te zetten. Letterlijk, want op bijna alle tafels liggen ruikers bloemen.

Het buffet is best wel in orde. Goede prijs-kwaliteitsverhouding voor Genève en het personeel is supervriendelijk. Hier komen we zeker nog eens terug.

De rest van de namiddag maken we van de vrijgekomen tijd gebruik om wat salsa te oefenen en te werken. Omdat ik bericht kreeg van Easyjet dat mijn vlucht vertraging zou hebben, boeken we een taxi om mij ‘s avonds in de luchthaven te komen ophalen. Ik wil liefst niet na middernacht in Borgerhout aankomen.

Na afscheid genomen te hebben van Dries, neem ik de bus naar de luchthaven alwaar ik iets kleins koop om te eten (na dat buffet heb ik niet bepaald veel honger meer). De vlucht heeft effectief bijna een uur vertraging, maar ik heb mijn laptop bij, dus ik verveel me niet.

In Zaventem staat mijn (ongeduldige, want hij telefoneerde me al vlak nadat we geland waren en ik nog op het vliegtuig zat) taxichauffeur mij reeds op te wachten. Na een vlotte rit kruip ik onder de wol in Borgerhout. Nog nagenietend van een mooi weekend.

Montreux – 12 mei 2018

Redelijk ok geslapen in hotel Tralala. Al moet ik zeggen dat ik de vier sterren op Tripadvisor niet echt verdiend vind. Wat een onpraktisch ingerichte kamer. Er is zelfs geen ingebouwde kleerkast: enkel een baar met slechts twee kleerhangers die deel uitmaken van een langgerekt open wandmeubel dat je achter een dik fluwelen gordijn kan verbergen. Wie verzint het?

Het ontbijt is redelijk beperkt, maar het brood is krakend vers en er is een eierkoker. Een zachtgekookt eitje is de ideale manier om de dag te beginnen. Mijn hoofd doet trouwens nog altijd zeer van de botsing gisteren met de gigantische designlamp in de hotellobby.

Na het ontbijt wandelen we naar de funiculaire. Het is nog steeds stralend lenteweer, dus we besluiten het erop te wagen en de bergen in te trekken. De funiculaire brengt ons tot aan het charmante stationnetje Glion, alwaar we overstappen op een treintje met twee wagons dat zo uit de vorige eeuw lijkt weggelopen. De latino treinbestuurder controleert persoonlijk onze vervoersbewijzen. We reizen mee tot aan Haut-de-Caux (het laatste station dat we kunnen bereiken met onze gratis pas voor het openbaar vervoer.

Aangekomen in Haut-de-Caux realiseren we ons dat we bijzonder slecht voorbereid zijn voor een bergwandeling. We hebben niets van proviand bij, zelfs geen flesje water. Gelukkig zijn we ditmaal wel voorzien van zonnecrème. We aarzelen, we kunnen moeilijk de bergen in trekken zonder eten en ondertussen is het al bijna lunchtijd. Het aantal locaties om te eten in de buurt is letterlijk op 1 vinger te tellen. Dus besluiten we maar meteen (vroeg) te lunchen in restaurant Le CouCou vlakbij het stationnetje waar we afgestapt zijn. De mooie tuin staat vol met gezellige picknicktafels en ligstoelen om te genieten van het prachtige uitzicht op het meer.

Ons oorspronkelijke plan is iets kleins te eten en dan aan onze wandeling te beginnen, maar het is zo zalig in het zonnetje in de tuin dat we ons laten verleiden tot een iets steviger middagmaal. Dries bestelt een pot kaasfondue en ik ga voor de raclette. Tot mijn verbazing zet de ober een soort kolenkacheltje naast mijn tafel en krijg ik een heuse pan toegewezen om mijn kaas te smelten in een sleuf onder de hete kolen die mij nog het meest aan een brievenbus doet denken. Een beetje gecompliceerder dan kaasfondue, want het is een beetje gokken wanneer de kaas net genoeg gesmolten is.

We genieten beiden met volle teugen van deze onvoorziene, maar behoorlijk aangename middagpauze. Met een maag vol kaas besluiten we aan de wandeling te beginnen. We spreken af onszelf niet te forceren en zolang te wandelen als we zin hebben. Het eerste stuk van de wandeling naar Col de Jaman is behoorlijk steil, maar na dat eerste stuk komen we op een aangenaam wandelpad terecht met mooie uitzichten op het meer. We steken een paar bergbeekjes over en moeten zelfs een heel stuk door nog niet gesmolten sneeuw ploeteren. Het lastigste stuk van gans de tocht, want de sneeuw ligt op een helling en het vooruitzicht om uit te glijden en in de ijzige sneeuw terecht te komen, trekt ons niet bepaald aan. Gelukkig vinden we een paar stevige stokken om ons te ondersteunen bij onze tocht.

Zonder verdere ongelukken bereiken we rond 16.30u de Col de Jaman. Een beetje later dan gepland door onze vrij lange middagpauze. We maken rechtsomkeert, langs de sneeuwhoop en de bergbeekjes. Mijn benen hangen ondertussen flink vol met modder. We dalen af tot aan het ministationnetje Paccot en nemen het treintje terug, helemaal naar het station van Montreux. Langs de oevers van het meer vind ik gelukkig een fonteintje om mijn benen wat af te wassen.

We kopen een welverdiend ijsje (mascarpone met vijgen, a first voor mij) en besluiten voor het avondmaal een kleine snack te gaan kopen in de Migros. ‘t Is niet dat we na ons copieuze middagmaal en het ijsje al veel honger hebben. We kiezen een mooie zitbank uit aan de waterkant met uitzicht op het standbeeld van Freddie Mercury, die nog een tijdje in Montreux gewoond heeft. Een ideale plek om mijn onigiri op te peuzelen!

Om onze laatste dag in Montreux af te sluiten, gaan we nog iets drinken. Wat we achteraf bezien beter niet gedaan hadden. Het café waar we uiteindelijk belanden, heeft wel uitzicht op het meer, maar is eigenlijk helemaal niet zo gezellig. We krijgen vanaf ons tafeltje wel een paar behoorlijk spectaculaire bliksemschichten te zien boven het meer. Onze eurocent valt wellicht te laat: dit onweer komt honderd procent zeker onze kant uit. Volgens de buienradar app van Dries houden we het echter nog een tijdje droog. We besluiten dus snel te vertrekken richting ons hotel.

Eens te meer blijkt dat die buienrader apps voor geen haar te vertrouwen zijn. Nog geen vijf minuten later worden we overvallen door een stortbui van epische proporties. Ons hotel is helemaal niet zo ver, dus besluiten we erdoor te gaan. Grote vergissing, want op een bepaald moment regent het zo hard dat de wegen veranderen in gutsende rivieren en ik amper nog uit mijn ogen kan zien door het water dat in mijn gezicht slaat. Ondertussen zijn we al zo nat dat het nog weinig zin heeft om een schuilplek te zoeken.

Nat tot op ons ondergoed komen we aan in het hotel. Alwaar we snel onze doorweekte kleren uitspelen en onder de douche weer op temperatuur komen. Alles, maar dan ook alles is nat: zelfs onze wandelschoenen zijn volledig doorweekt. Het is twijfelachtig of deze de volgende ochtend droog zullen zijn, maar aangezien dit het enige paar schoenen is dat ik uit Genève heb meegenomen, zullen we het ermee moeten doen.

Een nat einde van een prachtige zonnige dag.

Montreux – 11 mei 2018

Ja, de weekendjes in Genève volgden elkaar in hoog tempo op, maar met al die verlofdagen in mei was dit hét ideale moment om ervan te genieten. En per slot van rekening hadden Dries en ik iets te vieren: 19 jaar samen! Ongelooflijk hoe snel de tijd gaat.

Zaterdagochtend stappen we te voet naar station Cornavin om van daaruit de trein naar Montreux te nemen. Ik moet zeggen dat ik een beetje met gemengde gevoelens vertrek, want de weersvoorspellingen zijn nogal desastreus: amper meer dan tien graden en een heel hoge kans op regen. Ik heb zelfs op het punt gestaan onze boeking te annuleren en ergens in Frankrijk te boeken, maar omdat er gestaakt zou worden op het Franse spoor, durfden we het risico niet te nemen.

Na een treinrit van iets meer dan een uur komen we aan in Montreux, alwaar we welkom geheten worden door een blauwe hemel en een stralend zonnetje. Geen spoor van de voorspelde regen (niet dat ik klaagde!). Het is zelfs aangenaam warm. Iets waar we niet op voorzien zijn, want ik heb niet eens zomerjurkjes meegenomen.

We begeven ons rechtstreeks naar Hotel Tralala (beetje een domme naam voor een hotel, maar allez) en laten daar onze valiezen achter, omdat de kamers nog niet klaar waren. Helaas slaag ik erin ter plekke mijn hoofd keihard te stoten tegen de gigantisch grote, rode, bijzonder onpraktische designlamp in de vorm van een halve bol. Een dikke bult om het weekend mee te beginnen. Gelukkig verzacht het welkomstdrankje de pijn een beetje.

We drinken snel ons drankje op, want we willen profiteren van de zon zolang die schijnt. We maken een mooie wandeling vanuit het historische hart van Montreux naar de oevers van het meer. Van zodra we beneden zijn beseffen we dat we de zonnecrème in het hotel vergeten zijn. Aangezien de terugtocht steil bergop is, besluiten we dan maar snel een apotheek binnen te lopen om zonnecrème te kopen. ‘t Is niet dat onze velletjes al veel zon gezien hebben dit jaar.

Ondertussen is het tijd voor het middagmaal. Het prachtig zonnige terras van Chez Gaston in combinatie met hun niet al te dure dagschotel trekt ons over de streep. Helaas blijkt dat die dagschotel al om kwart voor één ‘s middags uitverkocht is. We informeren naar een alternatief, maar dat is er niet, dus zijn we genoodzaakt één van de duurdere opties op de gewone kaart te nemen. Dries en ik voelen ons een beetje bekocht. En dan zijn de risotto en pasta die we bestelden nog niet eens zo bijzonder. Jammer van de toplocatie met zicht op het meer.

Na dit ietwat teleurstellend middagmaal wandelen we naar het beroemde standbeeld van Freddy Mercury, volgens tripadvisor één van de topattracties van Montreux. Het is alleszins een zeer populair beeld, want voortdurend omringd door mensen waardoor het quasi onmogelijk is een mooie foto van het beeld te maken. We wandelen tot aan de pier waar de boottochten op het meer vertrekken, maar we moeten te lang wachten op de volgende boot en besluiten dan maar rechtsomkeer te maken en in de richting van het Chateau de Chillon te lopen. Onderweg hebben we het geluk een stukje van een alpenhoorn concert te kunnen meepikken. De oevers van het meer staan vol met bloeiende planten en struiken en de besneeuwde pieken van de Dents du Midi maken het plaatje af. Het fotogenieke Chateau de Chillon komt langzaam dichterbij en ik maak de ene foto na de andere. Deze plek is echt adembenemend mooi.

De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik niet bijzonder goed voorbereid aan dit uitstapje naar Montreux begonnen ben. Het enige dat ik van Montreux weet, is dat er jaarlijks een jazzfestival georganiseerd wordt. Ik heb dan ook geen flauw idee of we Chateau de Chillon zouden kunnen bezoeken, maar hey, bij nader inzien, blijkt dit kasteel zelfs één van de toeristische topattracties van Zwitserland te zijn.

Het vanop afstand klein lijkende kasteel, ontpopt zich tot een heuse burcht met zoveel kamers en kelders dat Dries en ik de tel kwijt geraken. Chateau de Chillon is vooral bekend geraakt door het gedicht dat Lord Byron schreef over de gevangenschap van François de Bonivard in de kerker. Het gedicht is zo pakkend levensecht dat veel lezers dachten dat Byron zelf in deze kerker gevangen gezeten had. Ook bijzonder aan de kerkers is dat je de rots kan zien waarop het kasteel gebouwd is.

Het kasteel heeft zoveel verschillende facetten dat we er dan ook de rest van de namiddag spenderen. Bij de wandeling terug is de combinatie van zon en bergen zo perfect dat ik een paar foto’s maak die niet zouden misstaan op een postkaart. Een mede-toerist voegt trouwens een prachtige foto van ons tweetjes toe aan onze erg schaarse collectie. Het probleem met zo’n zware digitale reflex is dat heel weinig mensen erin slagen om een deftige foto te maken met dat toestel. Dus ik heb het zowat opgegeven om nog aan mensen te vragen om een foto van ons twee te maken, maar deze keer treffen we wel iemand met fotografisch talent.

Van het kasteel wandelen we rechtstreeks naar de Davinda Lounge, alwaar ik een tafeltje voor twee gereserveerd had. Davinda Lounge kreeg erg goeie kritieken op tripadvisor en terecht: ze serveren er met de glimlach simpele, maar lekkere gerechten tegen voor Zwitserland zeer redelijke prijzen. Vooral de hummus die we als voorgerecht eten, is geweldig. En ik moet toegeven dat ik een beetje spijt heb niet gewoon nog twee andere voorgerechten besteld te hebben in plaats van mijn kip korma.

We zijn net op tijd klaar om nog de zonsondergang te kunnen meepikken. Aangezien het onzeker is of we zaterdag nog zo’n mooi weer zullen hebben, haasten we ons naar de oever van het meer om de laatste zonnestralen mee te pikken. We zijn niet alleen, want er heeft zich een flinke groep toeristen verzameld. Net wanneer de zon achter de bergen verdwijnt, begint het te regenen. Gelukkig blijft de regenbui beperkt tot een tiental druppels en houden we het droog tijdens de wandeling bergop naar ons hotel.

Wat een prachtige dag!

Maison Tavel en Patek Philippe museum – 1 mei 2018

De laatste (halve) dag van Leen, Linda, Bert, Kaat, Lieze en Marie in Genève wilden we hen nog twee highlights laten zien: Maison Tavel en het Patek Philippe museum. We hadden deze twee activiteiten achter de hand gehouden voor een dag met slecht weer, maar aangezien de weergoden ons tot nu toe goed gezind waren, hadden we onze jokers nog niet moeten inzetten. Omdat ik het toch jammer zou vinden, mochten onze vrienden vertrekken zonder deze musea bezocht te hebben, spraken we af dit als afsluitende activiteiten te doen.

Om deze laatste dag zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, dropten onze vrienden hun bagage ‘s ochtends vroeg al af op de luchthaven, zodat ze na het laatste bezoek rechtstreeks de bus naar de luchthaven konden nemen zonder eerst nog langs hun hotel te moeten gaan.

We troffen elkaar stipt om 11u (het openingsuur) vóór Maison Tavel. Naast de gewone opstelling, was er ook een tijdelijke tentoonstelling van fotograaf Jean Mohr. We concentreerden ons voornamelijk op de permanente collectie, maar ik maakte van de gelegenheid gebruik om kort kennis te maken met het werk van de mij tot dan toe onbekende fotograaf Jean Mohr.

Maison Tavel is de oudste bewaard gebleven privéwoning in Genève en doet nu dienst als historisch museum van Genève. Hét topstuk van dit museum is het relief Magnin, een schitterende maquette van Genève uit 1850. Al moet ik zeggen dat de kinderen meer gefascineerd waren door de schermen die in dezelfde ruimte stonden. Bonuspunten trouwens voor het foldertje met zoek- en tekenopdrachten voor de kinderen, een schot ik de roos.

Om ervoor te zorgen dat onze vrienden mooi op tijd op de luchthaven zouden zijn, had ik de dag strak getimed. Zonder deze strakke timing vermoed ik dat we wat langer in Maison Tavel zouden hebben rondgelopen. Jammer, maar ik wilde geen gemiste vlucht op mijn geweten hebben.

Om 12.15u had ik gereserveerd in restaurant Le Thermomètre, een sympathiek familierestaurant dat ‘s middags duidelijk erg populair was om te lunchen. Wij kregen een mooie tafel voor acht personen aan het raam en werden bediend door een oude dame met een kromme rug. Ik had met haar te doen terwijl ze af en aan liep met de dagschotels, al leek ze er niet echt last van te hebben. Mijn steak tartare was alleszins heel lekker!

Na het middagmaal wandelden we met ons groepje naar het Patek Philippe museum. Stipt om 14u (het openingsuur) waren we ter plekke. Nog altijd perfect op schema. 😉 Zoals ik verwacht had, waren de meisjes zwaar onder de indruk van al de tentoongestelde bling bling in het museum. Vooral de collectie oude horloges en automatons viel in de smaak.

Anderhalf uur later stonden we weer buiten en begeleidden we onze vrienden naar de bushalte. Aan alle mooie liedjes komt een einde. Snif. Dries en ik bleven wuiven tot de bus met onze vrienden om de hoek verdwenen was en trakteerden onszelf daarna op een allerlaatste gelato. Om te vieren dat de weergoden ons het ganse weekend goed gezind waren, dit alle slechte weersvoorspellingen ten spijt.

We keerden te voet terug naar ons appartementje in Charmilles, alwaar ik mijn koffer vol laadde met mijn collectie zomerschoenen en zomerkleren die nog in Genève lagen.

En toen brak ook voor mij het moment aan om afscheid te nemen. Ik nam de bus naar de luchthaven, at bij het ondertussen vertrouwde Thaise streetfood restaurant en na een vlotte vlucht stond ik weer op Belgische bodem.

Een bijzonder geslaagd lang weekend!

De Rhône, beestjes en een boottocht – 30 april 2018

Deze ochtend hebben we afgesproken bij de Jardin du Prieuré de Saint-Jean voor een wandeling langs de Rhône. Toen ikzelf nog in Genève woonde, wandelde ik vaak op dit schaduwrijke pad langs de rechteroever van de rivier. Een stukje natuur waar ik kon ontsnappen aan het lawaai van de wagens die onophoudelijk voorbij raasden op de drukke baan waaraan ons appartementje gelegen was.

We wandelen tot aan het Viaduc de la Jonction en steken de recent heropende spoorwegbrug over. De eerste keer voor mij, want gans de periode dat ik in Genève woonde, was de brug onder constructie. Bijzonder, zo vlak langs de spoorweg lopen, zeker wanneer er een trein langs je voorbij zoeft. Een extra troef van dit viaduct is dat je een schitterend uitzicht hebt op de samenvloeiing van de Rhône en de Arve. De Rhône is helderblauw, terwijl de Arve eerder een troebele modderkleur heeft. Waar het water van beide rivieren samenkomt, ontstaat een interessante mengeling.

Aan de ander kant van het viaduct bezoeken we het kleine, maar gezellige Parc aux animaux du Bois-de-la-Bâtie. Geen grote, exotische dieren hier, maar konijnen, varkens, geitjes, eenden, cavia’s en een mooie collectie vogels. Meer dan genoeg te zien om de kinderen een tijdje te entertainen.

Van de dierentuin wandelen we verder naar de nabijgelegen speeltuin. Het is opvallend frisser dan de twee voorbije dagen. De zon is nog steeds van de partij, maar er is een koude wind opgestoken die maakt dat ik mijn fleece goed kan verdragen. Op weg naar Café de la Tour vallen er zelfs een paar druppels uit de hemel, maar een echte regenbui blijft gelukkig uit.

Café de la Tour is een charmante brasserie in traditioneel Zwitserse stijl. We hebben geluk, met ons gezelschap van acht personen zijn we net voor de middagdrukte gearriveerd. Ik bestel de dagschotel: filets de perche en geniet van een simpele, maar degelijke maaltijd. Het gratis raketijsje voor de kinderen na de maaltijd is een mooi gebaar.

Na het middagmaal steken we de Arve over en lopen langs de linkeroever van de Rhône terug naar het meer van Genève. Via een wandelroute op de derde verdieping van een reeks aan elkaar geschakelde flatgebouwen hebben we een mooi uitzicht op de omgeving. Jammer dat de flatgebouwen zelf zo verschrikkelijk lelijk zijn. Toch wel een minpunt zo vlakbij het hart van Genève.

We blijven even plakken bij een speeltuin, want aan speeltuinen geen gebrek in Genève. Moet natuurlijk wel, want de meeste gezinnen wonen hier in appartementen. Dus is het belangrijk dat er in de stad zelf voldoende speelplekken zijn. Bijzonder cool: de meeste scholen hier stellen de speeltuigen op hun speelplaatsen buiten de speeltijden open voor toevallige voorbijgangers.

Bij het meer aangekomen, besluiten we de stereotype toerist uit te hangen en een boottochtje te boeken. Altijd leuk. De zon blijft haar best doen, maar op het dek van de boot is het bijzonder frisjes. We houden echter dapper vol en zelfs het door de felle wind veroorzaakte regengordijn van de Jet d’Eau kan ons niet van het dek verjagen. Wat een verschil met die keer dat Dries en ik dezelfde boottocht maakten in de gietende regen in november 2012. Buiten de fijne mist van de Jet d’Eau en een paar verdwaalde regendruppels hier en daar, houden we het nu droog.

De boottocht is prachtig, maar of de meisjes veel van de omgeving gezien hebben, is twijfelachtig, ze zijn te druk met Dries, die letterlijk bedolven wordt onder drie meisjes die allemaal vechten om zijn aandacht. Tja, ik ken mijn plaats. 😉

We stappen van de boot af vlakbij het Brunswick Monument en bewonderen het mausoleum van hertog Charles II de Brunswick, die in ruil voor dit bescheiden monument zijn fortuin aan de stad Genève schonk. Omdat een bezoek aan Genève niet volledig is zonder wat chocolade te kopen, stappen we een chocoladewinkel binnen.

Na al die zon de voorbije dagen, was het te verwachten dat ons goedweergeluk zou op geraken. De regenwolken pakken samen boven Genève en we besluiten wat te gaan opwarmen in het eerste het beste café dat we op ons pad tegen komen. Het blijkt een eerder bruin café te zijn, maar hey, de warme drankjes doen ons ontzettend veel deugd.

We eindigen onze dag in de nogal kitscherige Auberge de Saviese met een pot heerlijke kaasfondue. When in Geneva…

De ganse dag buiten lopen in de kou eist zijn tol: de vermoeidheid slaat toe. Na de maaltijd nemen we dan ook afscheid van onze vrienden en keren Dries en ik naar ons appartementje terug. Moe, maar tevreden en met een maag vol gesmolten kaas. 😉

De kathedraal, het meer en Parc de la Grange – 29 april 2018

De tweede dag met Bert, Bart, Leen, Linda, Wout, Kaat, Marie en Lieze hebben we ‘s ochtends afgesproken in Parc des Bastions. We treffen onze vrienden aan tussen de reuzeschaakstukken. Wout (elf jaar) is namelijk een zeer goed schaakspeler en al snel trekt het partijtje tussen hem en zijn zus Kaat (die ook bij de schaakclub is aangesloten) de aandacht van andere toeristen. Ik moet zeggen dat ikzelf nooit verder geraakt ben dan rokade en al blij ben dat ik weet hoe elk stuk beweegt op het bord. Er is aan mij zeker geen groot schaakkampioen verloren gegaan.

Ook vandaag is de zon overvloedig van de partij en het belooft zelfs nog warmer te worden dan de dag voordien. Ik geef onze vrienden een mini-rondleiding langs de belangrijkste plaatsen van de fameuze Escalade: de poging van de Duc de Savoye om Genève te veroveren die op een sisser afliep. Daarna slenteren we door de charmante straatjes van Old Town naar de kathedraal.

Aangezien het zondag is, kunnen we de kathedraal pas vanaf 12 uur beklimmen. Gelukkig is de archeologische site onder de kathedraal wel open. Ik herinner me van een vorig bezoek dat ik onder de indruk was van de vele overblijfselen onder de kathedraal die het verhaal van vele eeuwen menselijke activiteit vertellen. De kinderen vinden het absoluut geweldig. Geen gezeur en gezaag, neen, integendeel, oprechte interesse voor wat ze te zien krijgen.

Na ons bezoekje aan de crypte onder de kathedraal, is het tijd om andere perspectieven te bewonderen. We beklimmen de toren en genieten van het uitzicht op Genève en omgeving.

Terug op de begane grond begeven we ons naar restaurant Les Armures om te proeven van traditioneel Zwitserse kost. Een paar leden van ons gezelschap hebben immers nog nooit kaasfondue gegeten! Hoog tijd om dit item van hun bucket list te schrappen! Met een gezelschap van tien personen loop je uiteraard niet zomaar op de bots ergens binnen, dus ik had ik de dag voordien gereserveerd om zeker te zijn van een plekje in dit restaurant, bekend om zijn kaasfondue.

De kaasfondue valt in de smaak bij jong en oud. Altijd leuk om kinderen te ontmoeten die niet bang zijn om iets nieuws te proeven. Wout is heel enthousiast over zijn fondue, maar zijn eetlust is net niet groot genoeg om zo’n portie helemaal op te krijgen. Gelukkig zijn Dries en ik altijd bereid om een kaasoverschotje weg te werken. 😉

Na al die kaas is een beetje lichaamsbeweging wel aan de orde. We wandelen met z’n allen naar de Jet d’Eau, die vandaag gelukkig wel vanaf ‘s ochtends liters water de lucht in spuit. De weergoden zijn ons nog steeds gunstig gezind, dus huren we twee waterfietsen om het meer op een andere manier te verkennen. Dries en ik delen een waterfiets met Wout en Kaat (anders gezegd: we laten hen trappen terwijl wij genieten van het mooie weer).

Helaas nadert het tijdstip waarop we afscheid moeten nemen van Bart en Wout. Wout heeft geen vrije dag op 30 april en aangezien hij in het middelbaar zit, is het niet zo makkelijk om hem een dagje thuis te houden. Zijn papa Bart is zo vriendelijk zich op te offeren en met zijn zoon vroeger naar huis te vliegen. We eten met z’n allen nog een gelato en dan kunnen we het afscheid niet langer uitstellen. Jammer, maar niets aan te doen. Hopelijk zijn Dries en ik er toch in geslaagd hen op twee dagen de highlights van Genève te laten zien.

Met ons achten lopen we naar Parc La Grange, dat ik zelf nog nooit bezocht. Een mooi, groen park, ideaal voor een picknick of wat buitensporten. Net als we er zijn, begint het echter te regenen. We mogen van geluk spreken dat het bij een paar druppels blijft, want de weersvoorspellingen voor dit verlengde weekend waren allesbehalve schitterend. Gelukkig is er een drankfonteintje om de meisjes te entertainen.

Bert en Linda nemen vervolgens de bus naar het hotel om hun kroost op tijd in bed te steken en zo is ons gezelschap uitgedund tot slechts vier personen: Leen, Kaat, Dries en ikzelf. We wandelen samen langs de oever van het meer in de richting van het historische stadscentrum.

Het plan is om samen iets te drinken en eventueel wat kleine knabbels te eten. De copieuze kaasfondue maakt dat we nog niet veel honger hebben. Helaas zijn de twee plekken die we op het oog hebben allebei gesloten. Uiteindelijk belanden we op het mooie terras van Le Flore niet ver van de Temple de la Madeleine.

Helaas is een mooi terras geen garantie op lekker eten. De minestrone die ik bestel, doet afbreuk aan de smakelijke Italiaanse keuken. Maar goed, het kan niet altijd een schot in de roos zijn en het terras zelf is een erg gezellige plek om de dag af te sluiten.

Genieten van zonnig Genève – 28 april 2018

Lang, lang geleden, toen Dries en ik nog niet konden voorzien dat ik vroeger dan verwacht naar België zou terugkeren, prikten we het verlengde weekend van de eerste mei als het ideale moment voor een bezoek van twee bevriende koppels en hun kroost. De vluchten werden geboekt en de hotels vastgelegd. Zoals jullie ondertussen allemaal weten, keerde ik eind december terug naar België voor een bijzonder interessant job. Het geplande lange weekend onder vrienden, wilde ik echter niet missen, dus boekte ik zelf ook een vlucht naar Genève op vrijdagavond 27 april, een dag vroeger dan Bert, Bart, Linda, Leen, Wout, Kaat, Marie en Lieze.

Ik landde vrij laat na een bijzonder vermoeiende week, dus veel meer dan mijn tanden poetsen en in bed kruipen deed ik niet meer na mijn aankomst in de wijk Charmilles.

Na een bijzonder goeie nacht (Dries en ik sliepen allebei tot 9u), zagen we aan de Whatsapp-berichtjes dat onze vrienden ondertussen geland waren. Hun vlucht landde rond half acht in Genève (wat betekende dat ze rond half vijf ‘s ochtends moesten opstaan, ocharme de zieligaards). Al moet ik zeggen dat ze, tegen mijn verwachtingen in, nog redelijk fris voor de dag kwamen toen we elkaar ontmoetten bij het bekende Horloge Fleurie.

Kaat, Marie en Lieze waren dolenthousiast ons terug te zien, Wout was iets gereserveerder. 😉 We besloten van het zonnige weer te profiteren (in Genève weet je nooit hoe lang dat zal blijven duren) en de Mouette te nemen naar de overkant van het meer. Spijtig genoeg stond de Jet d’Eau af, waardoor onze vrienden één van dé highlights van Genève moesten missen.

Voor de lunch begaven we ons naar la Buvette des Bains des Pâquis. Eén van de beste plekken om goedkoop te lunchen in het zonnetje in Genève. Elke dag serveren ze een andere dagschotel. Ditmaal was het risotto met gerookte ham, mozarella en asperges. Verrassend lekker! Voordat we ons een plekje zochten op het terras staken we (nuja, ik en de drie meisjes) onze tenen in het water van het meer. Over ijskoud gesproken! Respect voor de zwemmers die zich in dat water durfden wagen.

Na de lunch liepen we naar het einde van de pier en speelden de kinderen nog even op de fitnesstoestellen. Kwestie van plek te maken voor een ijsje. In Genève vind je in elke buurt wel een paar gelatozaken en als liefhebber van Italiaans ijs, kon ik het niet laten zelf ook twee bolletjes te bestellen.

Met ons ijsje in de hand wandelden we verder langs het meer naar de Botanische tuin, één van mijn favoriete plekken in Genève. Zeker in de lente. Alles stond in bloei en we genoten van de kleurrijke azalea’s, blauwe regen, paardenkastanjes en andere bloeiende struiken en bomen. Ik merkte dat de fut er zo langzaamaan uit was bij onze vrienden. Het vroege opstaan eiste zijn tol.

We zochten een plekje op het terras van Le Pyramus en genoten op ons gemak van een drankje terwijl de kinderen in de speeltuin speelden. Nadat iedereen weer wat op krachten gekomen was, wandelden we verder naar de fameuze Broken Chair, symbool voor de strijd tegen landmijnen en clusterbommen.

Omdat ons gezelschap zo moe was besloten we het avondmaal een beetje te vervroegen. Het leek me een goed idee om naar de pastaketen Vapiano te gaan: niet al te duur en zo rond 17u zou het er nog niet al te druk zijn. Het self service systeem is ook ideaal voor kinderen en je kan er ter plekke zien hoe de zelfgemaakte pasta bereid wordt.

De pasta en pizza’s vielen alvast in de smaak. Al merkte je dat het na een bijzonder lange dag tijd werd om de kinderen in bed te steken. Dries en ik liepen nog even mee naar de Jet d’Eau en namen dan afscheid van onze vrienden, zodat ze op hun gemak naar hun hotel konden terugkeren.

Om te klinken op een succesvolle eerste dag, dronken we met z’n tweetjes nog een glaasje wijn bij Le Rouge & Blanc. Eén glas wijn kostte er bijna evenveel als de lunch bij Bains des Pâquis. 😉 Maar het was er heel gezellig en de wijn smaakte!

Bern – 25 februari 2018

Het ontbijt in ons Berenhotel viel wat tegen (koude scrambled eggs, dat moet beter kunnen, toch?), misschien omdat we ongeveer de laatste gasten aan het ontbijt waren. We zorgden alleszins dat we genoeg gegeten hadden, zodat we dit ontbijt meteen als brunch konden beschouwen.

Onze resterende tijd in Bern was beperkt, ik moest immers al om 19u in de luchthaven van Genève zijn voor mijn terugvlucht en we hadden nog een treinrit van meer dan twee uur voor de boeg om daar op tijd te geraken. Ik wilde genoeg marge inbouwen, want ik had van mijn luchtvaartmaatschappij een bericht gekregen dat het erg druk zou zijn, zondagavond op de luchthaven. Gelukkig vloog ik met enkel handbagage.

Toen we ons hotel buiten stapten, merkten we dat het zowaar aan het sneeuwen was. Geen overweldigende hoeveelheid, maar enkele mooie dikke vlokken die als witte veertjes uit de hemel neerdaalden. Het was nog altijd ijzig koud, dus beslisten we te kiezen voor de warmte van het Bernisches Historisches Museum.

Een bijzonder aangename verrassing dat museum. Ik verwachtte enkel een paar zalen over de geschiedenis van Bern, maar de collectie was veel uitgebreider dan dat: er waren zalen met voorwerpen uit Egypte, Japan, China, Korea, Indonesië en Zuid-Amerika. Er was zelfs een heuse reconstructie van een ontvangstkamer uit Marokko in het museum. Een beetje een eclectische collectie, waarin het moeilijk was een lijn te ontdekken.

Dries en ik concentreerden ons vooral op de zalen die met Bern zelf te maken hadden. We doorliepen gans de geschiedenis vanaf de prehistorie. Voor mij een gelegenheid om deze stad wat beter te kennen. Elke zaal in het museum was met de nodige zorg en aandacht voor detail ingericht, maar ik vond het soms onduidelijk wat de beste volgorde voor een bezoek was. We moesten ook vaak op onze stappen terugkeren langs dezelfde opstelling, wat telkens een beetje een déjà-vu veroorzaakte.

Uiteindelijk bleven we veel langer in het museum dan we verwacht hadden en dan waren er zelfs een aantal zalen die we niet bezocht hadden. We liepen dus rechtstreeks van het museum terug naar ons hotel om onze bagage op te halen en naar het treinstation te gaan. In het treinstation kochten we een smoothie om wat energie op te doen.

Veel spannends gebeurde er verder niet: de treinrit verliep vlekkeloos, we aten bij onze favoriet Thais streetfood restaurant in de luchthaven, namen afscheid na een veel te kort weekend en daarna werd mijn geduld op de proef gesteld door de ellenlange rij voor de security. Gelukkig had ik genoeg marge genomen en was mijn vliegtuig stipt op tijd.

Goodbye for now, Switzerland!

« Older posts Newer posts »

© 2024 The Swiss Life

Theme by Anders NorenUp ↑