Toen we naar Genève verhuisden, waarschuwde men ons voor de deprimerende en grauwe herfstmaanden. We zijn ondertussen half oktober en ik heb sinds de zomer op zijn einde liep nog geen enkele dag nylon kousen aan gedaan (die zitten nog altijd ergens onuitgepakt in een doos) en de zon heeft hier al bijna elke dag geschenen. Dit weekend beloofden de temperaturen alweer alle records te breken. Ervan uitgaande dat aan alle mooie liedjes een einde komt, leek het mij een goed idee om optimaal van deze misschien wel laatste opstoot van de zomer te profiteren.
Mijn eerste fietstochtje met de nieuwe fiets smaakte naar meer, dus surfte ik wat rond met de expliciete bedoeling een fietstocht te vinden die ons langs rustige wegen met minimaal verkeer zouden brengen. In onze straat in het centrum van Genève hebben we dag en nacht last van verkeerslawaai. Erg storend, maar zolang ik geen job vind, valt daar weinig aan te doen, buiten hopen dat op korte termijn iedereen overschakelt op elektrische auto’s en brommers. Reden te meer om in het weekend stillere plekken op te zoeken.
Ik vond een mooie route die aan de criteria voldeed. 19,4 kilometer leek niet meteen een grote uitdaging, al moesten we daar wel 7,5 kilometer heen en terug bij tellen om aan het startpunt te geraken. Gelukkig reden we die eerste 7,5 kilometer voornamelijk langs de oevers van het meer op een mooie, vlakke weg. Ideaal als opwarming. Daarna werd het een beetje pittiger. De route bracht ons langs mooie wijngaarden, pittoreske dorpjes met kerkjes die uit de tiende eeuw stamden en het prachtige Château du Crest gelegen te midden van een mooi wijndomein. Helaas was het kasteel zelf niet te bezoeken en vonden er op zaterdag enkel in de voormiddag degustaties plaats. Jammer.
Het merendeel van de route was goed te doen voor en niet-geoefende fietser als mezelf al waren er toch een paar hellinkjes waarop ik serieus moest zwoegen. Er was welgeteld één helling die gewoon té steil was. Een stadsfiets heeft maar een beperkt aantal versnellingen en het was kiezen tussen omvallen in de eerste versnelling of te voet verder gaan. Ik koos voor dat laatste.
Uiteindelijk zaten we in totaal vijf uur op de fiets. Dat lijkt veel voor het aantal kilometers, maar houd er rekening mee dat we onderweg verschillende keren gestopt zijn om van het uitzicht te genieten, een kerkje binnen te stappen en foto’s te nemen. Ik was alleszins blij dat ik mijn wielrennersbroek aangetrokken had, waardoor ik de dag nadien geen last had van zadelpijn.
0 Comments
2 Pingbacks