Ik ga er niet om liegen: het opstaan om 6u deed pijn, veel pijn. Dries en ik pakken onze spullen bijeen en zorgen dat we na het uitchecken in pole position staan wanneer het ontbijt opent om 6.30u. In een snel tempo steken we wat eieren en fruit binnen om ons vervolgens naar het station van Milaan te begeven.

We zijn mooi op tijd voor de trein van 7.10u, die stipt vertrekt op het voorziene uur. Helaas doet zich onderweg een klein akkefietje voor met een passagier die onwel wordt en dient geëvacueerd te worden. Daardoor lopen we meer dan een half uur vertraging op, die we onderweg niet meer kunnen inhalen. Dries zal dus zeker te laat zijn voor zijn conferentie in Lugano.

In Lugano aangekomen is het even zoeken naar de makkelijkste weg om naar ons hotel te geraken. Het hotel bevindt zich vlakbij het station, dus op papier lijkt dit een makkelijke opdracht. Lugano is echter gebouwd op verschillende heuvels die aflopen naar het meer, waardoor de hoogteverschillen aanzienlijk zijn en het niet altijd even makkelijk is om googlemaps correct te interpreteren.

Gelukkig moeten we niet al te lang zoeken en vinden we het Federale Hotel snel. We zijn blij om aan de receptie te vernemen dat we al dadelijk op de kamer mogen. Kunnen we ons wat opfrissen alvorens aan de dag te beginnen. Dries vertrekt naar zijn conferentie en ik neem mijn spullen bijeen om Lugano te verkennen.

Ik begin mijn bezoek aan Lugano met een moment van bezinning in de met mooie fresco’s versierde kathedraal. Vanaf het terras van de kathedraal heb je ook een mooi uitzicht over het meer. Ik wandel door de kronkelende straatjes verder naar beneden tot aan de oever van het meer. Mijn eerste indrukken van Lugano zijn zeer positief: wat een charmant stadje! De stralende lentezon op mijn gezicht helpt natuurlijk ook.

Langs de oevers van het meer loop ik verder tot aan het LAC (Lugano Arte e Cultura) museum, een hypermodern gebouw dat me wel kan bekoren. Ik loop de Kirche Santa Maria degli Angioli binnen die van boven tot onder beschilderd is met schitterende fresco’s van de hand van Bernardino Luini, een leerling van Leonardo da Vinci. Zeer indrukwekkend. In de kerk is een dame bezig met de restauratie van de fresco’s, een precisiewerkje dat niet aan mij besteed zou zijn.

Door een groep toeristen te volgen ontdek ik naast de kerk een oude pandgang van een klooster die nu ingewerkt is in de binnentuin van een appartementencomplex. In de pandgang ontdek ik redelijk goed bewaard gebleven overblijfselen van fresco’s uit de 16de eeuw. De fresco’s getuigen van de rijke geschiedenis van Lugano.

De zon blijft haar beste beentje voorzetten en ik zet mijn tocht verder langs het meer in de richting van een mini-versie van de Geneefse Jet d’Eau. Ik wandel op mijn gemak en hier en daar las ik op een bankje een pauze in om te genieten van het mooie uitzicht op het meer en de bergen. Wat een fantastische plek moet dit wel niet zijn om te wonen. Wat mij betreft is Lugano mooier dan Genève. De sfeer in Lugano is ook gemoedelijker dan in het chique Genève.

De promenade langs het meer stopt bij de Jet d’Eau, dus noodgedwongen keer ik op mijn stappen terug. Ik loop de promenade in de omgekeerde richting af tot het uiterste puntje van Parco Ciani, alwaar mensen in badpak zitten te zonnen. Jawel, zo warm is het dus. Na deze fijne wandeling heb ik wel een gelato verdiend, denk ik zo. Via googlemaps kom ik terecht bij -9° Gelato Italiano, een prachtige winkel alwaar het ijs uit van die klassieke zilverkleurig tonnetjes geschept wordt. Ik zet me buiten op hun terras en smul van mijn ijsje met mango en melkchocolade.

Van mijn vriend krijg ik het bericht dat hij net in pauze is. Ik ben vlakbij (de conferentie vindt plaats in een gebouw in het Parco Ciani) en besluit even dag te zeggen tegen hem en zijn collega. Ze zijn zelfs zo vriendelijk om een beetje fruit voor mij te pikken van het buffet.

Omdat ik voor morgenochtend nog geen vervoer naar de luchthaven geregeld heb, besluit ik dit eerst af te handelen. Ik keer op mijn gemak terug naar het hotel en loop hier en daar nog een kerk binnen om het interieur te bewonderen. Om mezelf een steile klim naar boven te besparen, neem ik de funiculare. Een kort ritje dat me flink wat tijd uitspaart.

In het hotel informeer ik naar de mogelijkheden om op de luchthaven te geraken. Mijn vlucht vertrekt om 8.54u en het duurt (zonder file) ongeveer een uur om van Lugano in Malpensa Airport te geraken. De dame aan het onthaal zegt me dat ik zeker twee uur op voorhand op Malpensa moet zijn, maar dat lijkt me ietwat overdreven voor een korte Europese vlucht. Om half zes vertrekken, lijkt me redelijk. Ik informeer naar de kostprijs van een taxi en val bijna achterover wanneer de dame mij deze meedeelt: 280 CHF! Voor dat bedrag kan ik een paar keer op en af vliegen. Het alternatief is de shuttle bus naar de luchthaven, die kost slechts 25 CHF. Helaas heeft de shuttle bus één klein nadeel: deze vertrekt om 3.45u. Ik slik, maar besluit toch maar door te bijten. Opstaan om 3 uur ‘s nachts, daar wordt een mens hard van (ik háát vroeg opstaan).

Ik ga alvast poolshoogte nemen bij het station van Lugano om te kijken waar de bus vertrekt. Het lijkt me niet wenselijk om in het holst van de nacht met een valies en een zware rugzak aan een zoektocht te moeten beginnen. Ik zie vóór het station een kleine pendelbus staan met daarop Milaan Malpensa: gevonden!

Ik neem de funiculare terug naar beneden en ontmoet mijn vriend en zijn collega aan het conferentiecentrum om samen het avondmaal te nuttigen. We maken een korte wandeling door Lugano, want het is de eerste keer dat de collega van mijn vriend hier komt en het zou zonde zijn om niets van deze mooie stad gezien te hebben. Voor mij is het trouwens ook mijn eerste bezoek aan Lugano, maar na een halve dag rondwandelen, voel ik mij al een hele expert. Ik laat hen zelfs trots de door mij ontdekte fresco’s zijn.

Voor het avondmaal komen we terecht in een restaurant dat geheel toevallig dezelfde naam heeft als het hotel waarin we verblijven: Federale. Ik bestel een risotto met vis en paddenstoelen, kwestie van nog een laatste keer van de Italiaanse keuken te genieten. Eén van de betere risotto’s die ik al gegeten heb, trouwens. Mijn bord is leeg op een zucht. (Op het ijsje en fruit na heb ik sinds het ontbijt niets meer gegeten).

Na dit heerlijke avondmaal heb ik nog net een plekje voor een gelato (wel iets minder lekker als die van deze namiddag). Decadent, ik besef het.

Na nog een korte wandeling keren we met de funiculare terug naar het hotel, kwestie van toch nog een beetje slaap mee te pikken alvorens de wekker om 3 uur ‘s nachts afloopt. Ik zet alles klaar voor het vertrek zodat ik Dries niet al te zeer moet storen in het holst van de nacht.

Dit onvoorziene uitstapje naar Lugano was wat mij betreft alleszins een schot in de roos.