Lang, lang geleden, toen Dries en ik nog niet konden voorzien dat ik vroeger dan verwacht naar België zou terugkeren, prikten we het verlengde weekend van de eerste mei als het ideale moment voor een bezoek van twee bevriende koppels en hun kroost. De vluchten werden geboekt en de hotels vastgelegd. Zoals jullie ondertussen allemaal weten, keerde ik eind december terug naar België voor een bijzonder interessant job. Het geplande lange weekend onder vrienden, wilde ik echter niet missen, dus boekte ik zelf ook een vlucht naar Genève op vrijdagavond 27 april, een dag vroeger dan Bert, Bart, Linda, Leen, Wout, Kaat, Marie en Lieze.

Ik landde vrij laat na een bijzonder vermoeiende week, dus veel meer dan mijn tanden poetsen en in bed kruipen deed ik niet meer na mijn aankomst in de wijk Charmilles.

Na een bijzonder goeie nacht (Dries en ik sliepen allebei tot 9u), zagen we aan de Whatsapp-berichtjes dat onze vrienden ondertussen geland waren. Hun vlucht landde rond half acht in Genève (wat betekende dat ze rond half vijf ‘s ochtends moesten opstaan, ocharme de zieligaards). Al moet ik zeggen dat ze, tegen mijn verwachtingen in, nog redelijk fris voor de dag kwamen toen we elkaar ontmoetten bij het bekende Horloge Fleurie.

Kaat, Marie en Lieze waren dolenthousiast ons terug te zien, Wout was iets gereserveerder. 😉 We besloten van het zonnige weer te profiteren (in Genève weet je nooit hoe lang dat zal blijven duren) en de Mouette te nemen naar de overkant van het meer. Spijtig genoeg stond de Jet d’Eau af, waardoor onze vrienden één van dé highlights van Genève moesten missen.

Voor de lunch begaven we ons naar la Buvette des Bains des Pâquis. Eén van de beste plekken om goedkoop te lunchen in het zonnetje in Genève. Elke dag serveren ze een andere dagschotel. Ditmaal was het risotto met gerookte ham, mozarella en asperges. Verrassend lekker! Voordat we ons een plekje zochten op het terras staken we (nuja, ik en de drie meisjes) onze tenen in het water van het meer. Over ijskoud gesproken! Respect voor de zwemmers die zich in dat water durfden wagen.

Na de lunch liepen we naar het einde van de pier en speelden de kinderen nog even op de fitnesstoestellen. Kwestie van plek te maken voor een ijsje. In Genève vind je in elke buurt wel een paar gelatozaken en als liefhebber van Italiaans ijs, kon ik het niet laten zelf ook twee bolletjes te bestellen.

Met ons ijsje in de hand wandelden we verder langs het meer naar de Botanische tuin, één van mijn favoriete plekken in Genève. Zeker in de lente. Alles stond in bloei en we genoten van de kleurrijke azalea’s, blauwe regen, paardenkastanjes en andere bloeiende struiken en bomen. Ik merkte dat de fut er zo langzaamaan uit was bij onze vrienden. Het vroege opstaan eiste zijn tol.

We zochten een plekje op het terras van Le Pyramus en genoten op ons gemak van een drankje terwijl de kinderen in de speeltuin speelden. Nadat iedereen weer wat op krachten gekomen was, wandelden we verder naar de fameuze Broken Chair, symbool voor de strijd tegen landmijnen en clusterbommen.

Omdat ons gezelschap zo moe was besloten we het avondmaal een beetje te vervroegen. Het leek me een goed idee om naar de pastaketen Vapiano te gaan: niet al te duur en zo rond 17u zou het er nog niet al te druk zijn. Het self service systeem is ook ideaal voor kinderen en je kan er ter plekke zien hoe de zelfgemaakte pasta bereid wordt.

De pasta en pizza’s vielen alvast in de smaak. Al merkte je dat het na een bijzonder lange dag tijd werd om de kinderen in bed te steken. Dries en ik liepen nog even mee naar de Jet d’Eau en namen dan afscheid van onze vrienden, zodat ze op hun gemak naar hun hotel konden terugkeren.

Om te klinken op een succesvolle eerste dag, dronken we met z’n tweetjes nog een glaasje wijn bij Le Rouge & Blanc. Eén glas wijn kostte er bijna evenveel als de lunch bij Bains des Pâquis. 😉 Maar het was er heel gezellig en de wijn smaakte!