The Swiss Life

Dries en Carolien in .ch

Category: travel (page 3 of 4)

Van Milaan naar Lugano – 1 april 2019

Ik ga er niet om liegen: het opstaan om 6u deed pijn, veel pijn. Dries en ik pakken onze spullen bijeen en zorgen dat we na het uitchecken in pole position staan wanneer het ontbijt opent om 6.30u. In een snel tempo steken we wat eieren en fruit binnen om ons vervolgens naar het station van Milaan te begeven.

We zijn mooi op tijd voor de trein van 7.10u, die stipt vertrekt op het voorziene uur. Helaas doet zich onderweg een klein akkefietje voor met een passagier die onwel wordt en dient geëvacueerd te worden. Daardoor lopen we meer dan een half uur vertraging op, die we onderweg niet meer kunnen inhalen. Dries zal dus zeker te laat zijn voor zijn conferentie in Lugano.

In Lugano aangekomen is het even zoeken naar de makkelijkste weg om naar ons hotel te geraken. Het hotel bevindt zich vlakbij het station, dus op papier lijkt dit een makkelijke opdracht. Lugano is echter gebouwd op verschillende heuvels die aflopen naar het meer, waardoor de hoogteverschillen aanzienlijk zijn en het niet altijd even makkelijk is om googlemaps correct te interpreteren.

Gelukkig moeten we niet al te lang zoeken en vinden we het Federale Hotel snel. We zijn blij om aan de receptie te vernemen dat we al dadelijk op de kamer mogen. Kunnen we ons wat opfrissen alvorens aan de dag te beginnen. Dries vertrekt naar zijn conferentie en ik neem mijn spullen bijeen om Lugano te verkennen.

Ik begin mijn bezoek aan Lugano met een moment van bezinning in de met mooie fresco’s versierde kathedraal. Vanaf het terras van de kathedraal heb je ook een mooi uitzicht over het meer. Ik wandel door de kronkelende straatjes verder naar beneden tot aan de oever van het meer. Mijn eerste indrukken van Lugano zijn zeer positief: wat een charmant stadje! De stralende lentezon op mijn gezicht helpt natuurlijk ook.

Langs de oevers van het meer loop ik verder tot aan het LAC (Lugano Arte e Cultura) museum, een hypermodern gebouw dat me wel kan bekoren. Ik loop de Kirche Santa Maria degli Angioli binnen die van boven tot onder beschilderd is met schitterende fresco’s van de hand van Bernardino Luini, een leerling van Leonardo da Vinci. Zeer indrukwekkend. In de kerk is een dame bezig met de restauratie van de fresco’s, een precisiewerkje dat niet aan mij besteed zou zijn.

Door een groep toeristen te volgen ontdek ik naast de kerk een oude pandgang van een klooster die nu ingewerkt is in de binnentuin van een appartementencomplex. In de pandgang ontdek ik redelijk goed bewaard gebleven overblijfselen van fresco’s uit de 16de eeuw. De fresco’s getuigen van de rijke geschiedenis van Lugano.

De zon blijft haar beste beentje voorzetten en ik zet mijn tocht verder langs het meer in de richting van een mini-versie van de Geneefse Jet d’Eau. Ik wandel op mijn gemak en hier en daar las ik op een bankje een pauze in om te genieten van het mooie uitzicht op het meer en de bergen. Wat een fantastische plek moet dit wel niet zijn om te wonen. Wat mij betreft is Lugano mooier dan Genève. De sfeer in Lugano is ook gemoedelijker dan in het chique Genève.

De promenade langs het meer stopt bij de Jet d’Eau, dus noodgedwongen keer ik op mijn stappen terug. Ik loop de promenade in de omgekeerde richting af tot het uiterste puntje van Parco Ciani, alwaar mensen in badpak zitten te zonnen. Jawel, zo warm is het dus. Na deze fijne wandeling heb ik wel een gelato verdiend, denk ik zo. Via googlemaps kom ik terecht bij -9° Gelato Italiano, een prachtige winkel alwaar het ijs uit van die klassieke zilverkleurig tonnetjes geschept wordt. Ik zet me buiten op hun terras en smul van mijn ijsje met mango en melkchocolade.

Van mijn vriend krijg ik het bericht dat hij net in pauze is. Ik ben vlakbij (de conferentie vindt plaats in een gebouw in het Parco Ciani) en besluit even dag te zeggen tegen hem en zijn collega. Ze zijn zelfs zo vriendelijk om een beetje fruit voor mij te pikken van het buffet.

Omdat ik voor morgenochtend nog geen vervoer naar de luchthaven geregeld heb, besluit ik dit eerst af te handelen. Ik keer op mijn gemak terug naar het hotel en loop hier en daar nog een kerk binnen om het interieur te bewonderen. Om mezelf een steile klim naar boven te besparen, neem ik de funiculare. Een kort ritje dat me flink wat tijd uitspaart.

In het hotel informeer ik naar de mogelijkheden om op de luchthaven te geraken. Mijn vlucht vertrekt om 8.54u en het duurt (zonder file) ongeveer een uur om van Lugano in Malpensa Airport te geraken. De dame aan het onthaal zegt me dat ik zeker twee uur op voorhand op Malpensa moet zijn, maar dat lijkt me ietwat overdreven voor een korte Europese vlucht. Om half zes vertrekken, lijkt me redelijk. Ik informeer naar de kostprijs van een taxi en val bijna achterover wanneer de dame mij deze meedeelt: 280 CHF! Voor dat bedrag kan ik een paar keer op en af vliegen. Het alternatief is de shuttle bus naar de luchthaven, die kost slechts 25 CHF. Helaas heeft de shuttle bus één klein nadeel: deze vertrekt om 3.45u. Ik slik, maar besluit toch maar door te bijten. Opstaan om 3 uur ‘s nachts, daar wordt een mens hard van (ik háát vroeg opstaan).

Ik ga alvast poolshoogte nemen bij het station van Lugano om te kijken waar de bus vertrekt. Het lijkt me niet wenselijk om in het holst van de nacht met een valies en een zware rugzak aan een zoektocht te moeten beginnen. Ik zie vóór het station een kleine pendelbus staan met daarop Milaan Malpensa: gevonden!

Ik neem de funiculare terug naar beneden en ontmoet mijn vriend en zijn collega aan het conferentiecentrum om samen het avondmaal te nuttigen. We maken een korte wandeling door Lugano, want het is de eerste keer dat de collega van mijn vriend hier komt en het zou zonde zijn om niets van deze mooie stad gezien te hebben. Voor mij is het trouwens ook mijn eerste bezoek aan Lugano, maar na een halve dag rondwandelen, voel ik mij al een hele expert. Ik laat hen zelfs trots de door mij ontdekte fresco’s zijn.

Voor het avondmaal komen we terecht in een restaurant dat geheel toevallig dezelfde naam heeft als het hotel waarin we verblijven: Federale. Ik bestel een risotto met vis en paddenstoelen, kwestie van nog een laatste keer van de Italiaanse keuken te genieten. Eén van de betere risotto’s die ik al gegeten heb, trouwens. Mijn bord is leeg op een zucht. (Op het ijsje en fruit na heb ik sinds het ontbijt niets meer gegeten).

Na dit heerlijke avondmaal heb ik nog net een plekje voor een gelato (wel iets minder lekker als die van deze namiddag). Decadent, ik besef het.

Na nog een korte wandeling keren we met de funiculare terug naar het hotel, kwestie van toch nog een beetje slaap mee te pikken alvorens de wekker om 3 uur ‘s nachts afloopt. Ik zet alles klaar voor het vertrek zodat ik Dries niet al te zeer moet storen in het holst van de nacht.

Dit onvoorziene uitstapje naar Lugano was wat mij betreft alleszins een schot in de roos.

Uitzicht op Bern en zwemmen in de Aare – 19 augustus 2018

Samen met onze vrienden David en Kristien, Lucía, Matteo en Raquel genieten we op ons gemak van het ontbijtbuffet in ons hotel. De kinderen zijn dikke fan van het do-it-yourself wafelijzer en smullen hun buikje rond. Niet bepaald een gezonde start van de dag, maar hey, op hotel mag dat, he! Ikzelf ben niet echt een fan van wafels, maar een lekkere portie scrambled eggs gaat er altijd wel in.

Na nog een laatste kop koffie (niet voor mij, want ik lust geen koffie) gedronken te hebben, pakken we ons boeltje bijeen op de kamers, laten we onze koffers achter bij de receptie en vertrekken we te voet naar de Gurtenbahn (de funiculaire die ons naar de top van de Gurten zal brengen). Het is een half uurtje stappen naar het vertrekpunt van de funiculaire en best warm. Veel warmer dan ik had durven hopen toen ik met een bang hartje de weersvoorspellingen voor het weekend bekeek.

Met de Gurtenbahn naar de top van de Gurten berg blijkt op zondag een populair gezinsuitstapje te zijn. Het is dan ook drummen om een goed plaatsje te veroveren in de funiculaire. Het uitzicht is alleszins prachtig. Terwijl we ons langzaam naar boven laten trekken, ontvouwt Bern zich aan onze voeten. Schitterend.

De top van de Gurten blijkt iets minder fenomenaal dan het uitzicht. Er is een minitreintje waarop je een ritje kan maken. En ondanks het feit dat we daar duidelijk allemaal (inclusief de kinderen) te groot voor zijn, maken we het kind in onszelf blij met een ritje. Onze volgende activiteit: de beklimming van de uitzichtstoren, na de Zytglogge en de kathedraal, ons derde letterlijke hoogtepunt van het weekend.

Na foto’s van ongeveer elk mogelijk uitzicht genomen te hebben, besluiten we weer af te dalen naar Bern. De Gurten zelf is ons ietwat te commercieel en het is duidelijk dat ons gezelschap niet veel zin heeft om één van de aangeduide wandelingen te volgen.

De funiculaire brengt ons terug naar ons beginpunt en we nemen de tram naar het Altes Tramdepot om daar samen te lunchen. Al een geluk dat we op voorhand gebeld hebben om te reserveren, want het terras is stampvol. Het duurt een eeuwigheid voordat we ons eten krijgen, wat we eerst wijten aan de drukte, maar wanneer we merken dat de tafels rondom ons wel bediend worden, lijkt het duidelijk dat er in de keuken iets is misgelopen. Na even geïnformeerd te hebben bij de ober, komt onze bestelling er verrassend snel aan. Na het lange wachten smaakt met summerbowl met zalm dubbel zo goed. Dat we achteraf nog een drankje van het huis aangeboden krijgen als compensatie voor het lange wachten, vind ik zeer correct.

En jawel, ik kan het niet laten om als dessert nog een ijsje van de Eiswerkstatt te kopen. Ditmaal ga ik voor een rhum raisin en mango passievrucht ijsje. Ik smelt bijna van geluk. 😉

Als afsluiter van ons weekend lijkt het leuk om samen in de Aare te gaan zwemmen. Het is er alleszins warm genoeg voor en hoe vaak heeft een mens de gelegenheid om in een snelstromende rivier te zwemmen? We keren terug naar het hotel om de wagen van onze vrienden op te halen en rechtstreeks naar één van de vele Freibäder in Bern te rijden. Op onze eerste halte bij Freibad Marzili hebben we niet veel succes: het is er stampvol. We besluiten dan ook ons geluk elders te beproeven. Freibad Lorraine blijkt nét iets minder druk te zijn. Al denk ik dat we ‘hoerenchance’ hadden om nog een vrije parkeerplek te vinden.

Ik moet eerlijk zeggen dat ik het bad zelf, gevuld met water van de Aare erg lelijk vind: een verouderde betonconstructie vol met graffiti. De omkleedkabines zijn gemeenschappelijk en bijzonder rudimentair ingericht. Het geheel heeft een oostbloksfeertje dat me niet bepaald aantrekt. Ik moet me dan ook een beetje oppeppen om me in mijn badpak te hijsen, maar eens aan de andere kant van de lelijke betonnen muur lonkt de blauwe Aare.

We klimmen via een ongemakkelijk ijzeren laddertje in de rivier en laten ons vervolgens door de stroming meedrijven. De stroming is zo sterk dat het zelfs onmogelijk is om gewoon ter plaatste te blijven wanneer je tegen de stroom in zwemt. Het water is behoorlijk koud, maar de snelheid waarmee we ons verplaatsen smaakt naar meer.

We durven het niet goed aan Raquel, ons zevenjarige petekindje, in het water van de Aare te laten zwemmen. Wat natuurlijk een verschrikkelijk drama met veel traantjes tot gevolg heeft. De stroming is echt veel te sterk en ik ben zeker dat als mijn petekindje kopje onder zou gaan in het ondoorzichtige water dat ik, hoe goed ik ook kan zwemmen, er nooit zou in slagen haar terug te vinden. We komen echter op het geniale idee om een schuimrubberen noodle te lenen van één van de vele andere zwemmers. En zo kan ons petekindje zich toch in het water wagen. Het is duidelijk veel te koud voor haar, dus we houden het op één keer. Eind goed, al goed.

Na ons afgedroogd te hebben, brengen onze vrienden ons terug naar het station van Bern, alwaar we afscheid nemen en mijn vriend en ik de trein naar de luchthaven van Genève nemen. Nog nagenietend van een fijn weekend.

Op stap in Bern – 18 augustus 2018

Vroeg opgestaan vandaag, want onze Belgische vrienden David en Kristien die in Aubonne wonen, komen ons al om 8.48u afhalen aan het station van Allaman. Gelukkig is Allaman maar een korte treinrit verwijderd van Cornavin in Genève. Het heeft wat moeite gekost om een datum te prikken (onze vrienden hebben het erg druk), maar uiteindelijk zijn we erin geslaagd een gezamenlijk weekendje Bern te boeken.

De kinderen (Lucía is tien, Matteo acht en ons petekindje Raquel zeven) zijn alleszins door het dolle heen. Ze kijken enorm uit naar een nachtje op hotel en het is meteen een jolige boel in de auto. We komen iets voor het middaguur aan in Bern, parkeren onze wagen voor de deur van hotel en begeven ons naar de incheckbalie. Tot grote teleurstelling van de kinderen zijn onze kamers nog niet klaar. Gelukkig maken de retrospelletjes (donkey kong!) in de receptie veel goed. De kinderen zijn zo enthousiast dat we hen lichtelijk moeten aansporen naar het stadscentrum van Bern te vertrekken.

We laten de koffers achter in het hotel en nemen de tram naar het historische hart van Bern. Aangezien het voor Dries en mezelf nog niet zolang geleden is dat we in Bern waren, vinden we makkelijk onze weg in een stad die zelfs wat vertrouwd aanvoelt. We wandelen onder de befaamde arcaden en zoeken ondertussen via tripadvisor een geschikt restaurant om te lunchen met zeven personen.

Italiaans restaurant Molino blijkt een perfecte keuze te zijn. We slagen erin een prachtige tafel op het balkon te versieren en genieten van het zalige zonnetje en het uitzicht op het drukke marktplein beneden ons. Mijn risotto is heerlijk en ook de pizza’s gaan er vlotjes in bij de kinderen.

Na de maaltijd wandelen we naar het parlementsgebouw van Bern en genieten vanaf de terrassen van het mooie uitzicht om de omgeving. Daarna is het tijd om ons naar de Zytglogge te begeven. De vorige keer stond deze beroemde klokkentoren nog volledig in de steigers, maar nu kunnen we hem bewonderen langs buiten én langs binnen. Ik reserveerde op voorhand een rondleiding om 14.30u voor ons gezelschap. Een goeie zet, want er is maar één rondleiding per dag en die blijkt volledig volzet te zijn.

We kunnen kiezen tussen een rondleiding in het Engels of in het Duits. Last minute switchen we nog van groep en sluiten we aan bij de Engelstaligen. Een goeie ingeving. Zelfs in het Engels begreep ik al de technische termen die de gids hanteerde niet altijd. Laat staat dat ik in het Duits zou kunnen volgen. De gids is een ongelooflijke bron van kennis en legt ons alle finesses van de werking van de astronomische klok uit. Ik focus me vooral op het mooie historische mechanisme en de interessante geschiedenis van deze toren die nog ooit als vrouwengevangenis dienst deed. We kunnen van binnenuit observeren hoe alles in beweging komt, wanneer de klok drie uur slaat.

 

De beklimming van de Zytglogge was maar een opwarmertje voor onze volgende halte: de beklimming van de kathedraal. Veel gehijg en gepuf later staan we helemaal boven, te genieten van het schitterende uitzicht. Al vinden de kinderen het toch maar een beetje akelig en vangen ze na een paar minuten alweer de terugtocht naar beneden aan.

Na dit letterlijke hoogtepunt wandelen we verder naar de Bärengraben. En jawel, de beren zijn uit hun winterslaap ontwaakt en we spotten maar liefst drie verschillende exemplaren. Succes! Tijd voor een drankje én een ijsje op het fantastische terras van het Altes Tramdepot. De gelato van de Eiswerkstatt is alleszins geweldig lekker. De dienster schept het ijs met een spatel uit de bak en plaatst het vervolgens met een draaiende beweging op het horentje of in het potje, waardoor een gelijkaardig effect als met een softijsje wordt bekomen. Het ijs zelf is overheerlijk, met bijzondere smaakcombinaties zoals saffraan en witte chocolade. Al een geluk dat ik hier niet woon of ik kwam elke dag om een ijsje. 😉

Na deze rustpauze beklimmen we de steile helling naar de Rosengarten en genieten we boven van een schitterend uitzicht op Bern. Helaas wel in tegenlicht. Wij zoeken ons een plekje op het gras terwijl de kinderen zich uitleven in de speeltuin. Al is Lucía, de oudste, daar al net iets te groot voor.

 

We wandelen vanaf de Rosengarten langs de Aare terug naar het stadscentrum. We zien veel mensen in de snelstromende Aare zwemmen met een waterbestendig zakje om kleren en andere spullen op te bergen. Onderweg komen we langs een roeicompetitie. Niet evident om goed te sturen in water dat zo snel stroomt. We steken een voetgangersbrug over de Aare over en zien jongelingen vanaf de brug in het water springen. Misschien een ideetje voor morgen? 😉

Voor het avondmaal reserveerde ik een tafeltje bij restaurant Moleson. Onze tafel op het terras in een rustige straat van Bern staat reeds klaar. Ondanks het warme weer kunnen Dries en ik de lokroep van kaasfondue niet weerstaan. En David doet gezellig mee.

Na het avondmaal trekken we terug naar het hotel om in te checken en onze kamers te inspecteren. De kinderen vinden het allemaal geweldig en we spelen nog een paar spelletjes (betoverde doolhof en UNO) voor het slapen gaan.

Een mooie dag!

Mont Salève en terugkeer naar België – 5 augustus 2018

Mijn vader, Dries en ik starten de dag opnieuw met een gezamenlijk ontbijt in hotel Ibis Styles Genève Gare. Ik geniet de tweede dag op rij van pannenkoekjes met vruchtenconfituur. Ik weet niet hoe dat zit met jullie, maar pannenkoeken maken mijn dag altijd goed.

We nemen met z’n drieën de bus naar de Téléphérique du Salève. Volgens mij is mijn vader stiekem opgelucht dat hij niet te voet naar boven moet klimmen. 😉 Het ritje met de téléphérique is voorbij in een zucht. We hebben geluk dat we aan het raam vooraan kunnen staan en dus een uitstekend uitzicht hebben op de omgeving, terwijl we aan aan paar kabels omhoog getrokken worden.

Boven aangekomen nemen we de tijd voor een uitgebreide fotosessie met Genève en het meer op de achtergrond. Het gebeurt immers niet elke dag dat mijn vader overvliegt naar Genève. Voor hem toch een serieuze stap uit zijn comfortzone.

Voor ‘s middags heeft Dries een tafeltje gereserveerd bij restaurant l’Observatoire, één van de drie restaurants op de Mont Salève. Normaal gezien een kwartiertje klimmen vanaf de téléphérique. Het is echter nog steeds bijzonder warm (zo’n 28 graden) en mijn vader heeft niet bepaald de gewoonte bergen te beklimmen. We doen het dus behoorlijke rustig aan en lassen voldoende pauzes in. Het lijkt me niet prettig dat mijn vader onwel zou worden, maar gelukkig gaat alles goed en raken we zonder problemen boven. Eén van onze rustpauzes brengen we door vlakbij een helling waar de parapentes vertrekken. We zien er op korte tijd drie vertrekken en het kriebelt bij mij om dit ook eens te proberen. Lijkt me geweldig om door het luchtruim te zweven.

Aangezien het restaurantaanbod boven op de berg erg beperkt is, hoeft het niet te verbazen dat de kwaliteit van het eten niet te vergelijken valt met Les Jardins du Léman in Yvoire. Mijn vader is niet echt enthousiast over zijn kip. Vooral de groenten moeten het ontgelden, wegens niet gaar genoeg naar zijn normen. Nu houd ik persoonlijk wel van beetgare groenten die nog knapperig zijn in de mond, maar op dat vlak is mijn vader een liefhebber van de klassieke Vlaamse keuken. Gelukkig is er nog een ijsje als dessert! En het uitzicht vanaf het terras mag er ook zijn. De toiletten daarentegen zijn redelijk schabouwelijk voor zo’n grote zaak. Gelukkig hangt er een aankondiging dat het sanitair binnenkort zal uitgebreid en gemoderniseerd worden. Geen overbodige luxe!

De afdaling gaat een pak vlotter dan de klim en we staan in een wip terug bij de téléphérique. Een paar minuten later staan we weer beneden, waar het een pak warmer is dan op de berg. We wandelen rustig naar de bushalte en zijn mooi op tijd voor de bus van 15.38u. Na afgestapt te zijn in Cornavin, ondernemen we een tweede poging om de Jet d’Eau van dichterbij te bewonderen. Helaas, we zitten net twee seconden op de Mouette en het ding wordt weer afgezet. Het zit mijn vader niet mee.

Wanneer ik mijn iphone wil opladen aan de externe batterij merk ik dat ik het verkeerde oplaadkabeltje heb meegenomen. Zeer vervelend, want ik heb de boarding pass van mijn vader en mezelf enkel in elektronische versie op mijn iphone. Gelukkig is Dries zo lief om het kabeltje te gaan halen op zijn studio in Charmilles, terwijl mijn vader en ik iets gaan drinken in de Jardin Anglais. We krijgen er gratis entertainment bij, want in de kiosk vlakbij zijn er demonstraties van Boliviaanse dansen bezig. De kleurrijke kostuums en de vrolijke muziek passen perfect bij het schitterende zomerweer.

Dries is sneller terug dan verwacht en we besluiten als afsluiter nog iets hypertoeristisch te doen waarbij er niet te veel gewandeld moet worden: we nemen het treintje op zonneënergie dat ons langs allerlei bezienswaardigheden brengt. Helaas zijn er op de route langs de oevers van het meer veel werken aan de gang, waardoor een aantal bezienswaardigheden aan het zicht onttrokken zijn. Geen erg, mijn vader vindt het toch leuk.

Als allerlaatste wapenfeit in Genève eten we nog iets kleins op het terras van Edward’s Sandwiches. Nuja, kleins: ik beperk mij tot een wrap met zalm, maar mijn vader en Dries kunnen beiden de lokroep van de burgers niet weerstaan.

Vervolgens gaan we langs het hotel om onze bagage op te halen en nemen we de bus naar de luchthaven. Uiteraard word ik er weer uitgepikt bij de security. Deze keer is het mijn bh die de scanner heeft doen afgaan. Het blijft boeiend om vast te stellen dat het telkens iets anders is dat de scanner doet afgaan: de ene keer mijn haarspeld, de andere keer mijn armband, dan weer mijn bh. En dat terwijl ik deze items altijd draag wanneer ik de security passeer. Ik denk er het mijne van. Mijn pa heeft het ook zitten. Hij moet zelfs zijn sandalen uitdoen en gans zijn koffer wordt onderzocht. Na controle blijkt alles in orde te zijn en mogen we beschikken.

We kopen nog wat chocola voor mijn moeder en mijn collega’s en zoeken een stoeltje bij de gate. Terwijl we wachten zit ik me af te vragen of er toch geen manieren zijn om dat boarding proces aangenamer en vlotter te laten verlopen. Nu staat iedereen al bijna een half uur vóór boarding in de rij aan te schuiven, omdat niemand wil dat zijn of haar handbagage uiteindelijk toch moet ingecheckt worden.

Wanneer we dan uiteindelijk aan boord zijn van ons vliegtuig, blijkt er vlak naast mij een hoogbejaarde dame te zitten. Haar familieleden zitten achter haar, dus ik help wat mee om haar veiligheidsgordel om te doen. Knap dat iemand van eind tachtig nog in staat is het vliegtuig te nemen. De rij voor ons zit een meisje van een jaar of tien dat helemaal alleen reist. Ze houdt zich heel flink, maar vanaf het moment dat het vliegtuig opstijgt, komen de traantjes. De stewardessen doen hun best om haar te troosten, maar het is duidelijk dat ze liever gewoon met rust gelaten wordt.

Verder gebeurt er niets noemenswaardig aan boord. Ik neem afscheid van mijn vader in het vliegtuig, want ik heb nog twintig minuten om mijn trein te halen. Als ik deze trein mis, moet ik een gans uur wachten en ben ik pas na middernacht in Antwerpen. Ik spurt door de luchthaven en haal de trein met nog vijf minuten op overschot! Hoera!

Een zeer geslaagd weekend!

Het meer van Genève, Yvoire en rooftopbars – 4 augustus 2018

Het ziet ernaar uit dat we een zonnige, maar hete dag tegemoet gaan vandaag. Dries en ik staan goed op tijd op, want we hebben afgesproken om samen met mijn vader te gaan ontbijten in Hotel Ibis Styles Genève Gare. Mijn vader zit al op ons te wachten bij de receptie. Het ontbijt is lekker vers en gevarieerd. Een goed begin van de dag.

Vanaf het hotel wandelen we naar het Brunswick Monument, dat met zijn gotische overdaad een goed startpunt vormt om mijn vader Genève beter te leren kennen. Dries heeft tickets gereserveerd voor een boottocht naar Yvoire, maar we zijn veel te vroeg bij de aanlegsteiger van de boot. Onze marges iets te ruim genomen. Geen erg, we wandelen wat langs het meer, bewonderen de talloze zwanen en zien de Jet d’Eau in al zijn glorie. Het is al stevig warm, dat belooft voor de rest van de dag. Spijtig genoeg is, ondanks de stralend blauwe hemel, de Mont Blanc niet zichtbaar en ook de andere bergen zijn versluierd door een waas van (vermoedelijk) waterdamp.

Het boottochtje verloopt zeer gemoedelijk, we maken foto’s van de pittoreske haventjes waar de boot aanmeert en we wagen ons zelfs aan een glaasje Chasselas als aperitief (het is op dat moment nog niet eens middag!). We zitten op het voorste dek in de vlakke zon, maar de luchtverplaatsing veroorzaakt door de beweging van de boot zorgt gelukkig voor een beetje verkoeling. Al wordt het mijn vader op een gegeven moment toch te warm en trekt hij zich terug binnen in de boot.

Op de boot kopen we tickets voor le Jardin des Cinq Sens. Het personeel op de boot blinkt echter uit in inefficiëntie en ondanks het feit dat er slechts een paar personen vóór Dries zijn, duurt het een eeuwigheid voor hij zijn drie tickets heeft bemachtigd. Ook bij het bestellen van de drank merkten we eenzelfde ongelooflijke inefficiëntie op. Iets wat ons ook al in andere établissementen is opgevallen. En ‘t is niet dat die mensen hun job tegen hun goesting doen, ze slagen er gewoon niet in de nodige handelingen op een logische manier uit te voeren. Heel bizar.

In Yvoire aangekomen maken we een kleine wandeling door de pittoreske straatjes, alvorens de benen onder tafel te schuiven bij Les Jardins du Léman. We hebben een fantastische tafel op het panoramische terras met schitterend uitzicht op het Château d’Yvoire, het meer en de Jardin des Cinq Sens aan onze voeten. Dat het eten een gastronomische plezierreis blijkt, is mooi meegenomen. Zeer terecht op nummer één bij Tripadvisor.

Na deze heerlijke lunch bezoeken we de Jardin des Cinq Sens, waar ze duidelijk elke dag hebben moeten sproeien om ervoor te zorgen dat de tuin er nog wat iet of wat groen bij lag. Mijn favoriete gedeelte van de tuin blijven de geurige planten. Heerlijk! Spijtig genoeg vertrekt de laatste boot naar Genève al om 16u en moeten we na ons bezoek aan de tuin al afscheid nemen van Yvoire. Veel te kort. Ik kom zeker nog eens terug!

Op de terugweg zien we allerlei donkere wolken rondom ons samen pakken. We vrezen door een stevige onweersbui overvallen te worden. Het was ten slotte op het warmste moment van de dag maar liefst 35 graden. Maar onze boot slaagt erin tussen de donderwolken door te laveren en de regenbuien te vermijden. Helaas word ik op de terugweg onvermoed langs achter aangevallen door een wesp of een bij. Het insect in kwestie steekt me op de achterkant van mijn arm, vlak onder mijn schouder. De steek is bijzonder pijnlijk en ik voel de angel zitten, maar kan de schade zelf niet opnemen, omdat ik jammer genoeg geen ogen op mijn rug heb.

Helaas is Dries net naar het toilet op het moment van het accident en moet ik wachten tot hij kan bekijken of hij de angel kan verwijderen (mijn vader is verziend, dus zijn hulp kan ik niet inroepen). Dat blijkt niet zo evident en we gaan op zoek naar een EHBO kist aan boord. Een lid van de bemanning is zo vriendelijk om ons verder te helpen, maar heeft niet het lef om de angel eruit te trekken. Dries hanteert dus zelf het pincet om de angel te verwijderen. Al lees ik achteraf wel dat je beter geen pincet hanteert om een angel uit te trekken. Het lijkt alsof er nog een gifzakje aan de angel bevestigd is, dus misschien was het toch een bij die kuren kreeg.

De steek doet alleszins flink zeer en ik voel de achterkant van mijn bovenarm opzwellen. Gelukkig zit in de EHBO-kist een middeltje tegen insectenbeten, maar mijn vriend en ik besluiten na aankomst in Genève toch even langs de apotheek in het station Cornavin te gaan (open tot 22u!). We laten mijn vader achter op een bankje in het parkje bij het Brunswick monument en gaan in marstempo naar de apotheek. Het is er verschrikkelijk druk en de klant vóór ons blijft maar kletsen. Ik zweer het, efficiënte bediening is in Genève een zeldzaam goed.

Ik koop een crème tegen insectenbeten en mijn vriend smeert een dikke laag op de beet. We pikken mijn vader op waar we hem achter gelaten hebben en nemen de Mouette naar de overkant van het meer met de bedoeling de Jet d’Eau van dichterbij te inspecteren. Helaas we zitten nog geen twee minuten op de de Mouette of de Jet d’Eau stopt met spuiten. Alsof hij het erom doet.

Dan maar op zoek naar iets kleins om te eten. We belanden op het terras van Italiaans restaurant Fifty-fifty, uitgebaat door een geweldig Italiaans koppel die het bijzonder grappig vonden dat we belden om een tafel te reserveren met de boodschap dat we er in zeven minuten zouden zijn. Die zeven minuten zijn een wederkerend thema, want ons eten komt er verrassend snel (je zou bijna zeggen, na zeven minuten). Mijn salade is niet echt memorabel, maar goed, het kan niet altijd haute-cuisine zijn.

Na het avondmaal kuieren we nog een beetje door straten van de Oude Stad om ons eten beter te laten verteren. De avond sluiten we af op de Met Rooftop Bar. Al moeten we wel even slikken als we de prijzen van de drankjes zien. 24 CHF voor een cocktail is er misschien toch een beetje over. Maar het uitzicht is natuurlijk wel fenomenaal. We bestellen het goedkoopste wat op de kaart staat en drinken zo traag mogelijk van ons drankje. We vallen een beetje uit de toon met onze bezwete kleren, sandalen en flipflops. De andere klanten rondom ons hebben duidelijk moeite gedaan om zich op te dirken voor een avondje uit.

Na één drankje houden we het voor bekeken: we hebben de avond zien vallen over de stad en de lichten één voor één zien aangaan. Een mooi einde van een hete dag.

Luchtdoop – 3 augustus 2018

Een bijzondere dag! Vandaag vlieg ik samen met mijn vader naar Genève om mijn vriend te bezoeken. Het is voor mijn vader de allereerste keer dat hij het vliegtuig neemt, dus voor hem is alles nieuw en bijzonder. Zélfs de security (en uiteraard vergeet hij zijn sleutels uit zijn broekzak te halen).

Omdat ik wat marge wil inbouwen (ik wil niet dat de eerste vlucht van mijn vader in het water valt), spreken we twee uur vóór vertrek af in de luchthaven. We eten samen een Exki slaatje (toch spijtig dat er zo weinig goede en betaalbare restaurants op Brussels Airport zijn), trotseren de security (tegenwoordig word ik standaard op springstoffen onderzocht, geen idee waarom), gaan nog iets drinken met uitzicht op de vliegtuigen en dan is het, met een twintigtal minuten vertraging, eindelijk zo ver: we stijgen op.

Door de vertraging krijgt mijn vader niet de spectaculaire zonsondergang te zien waarop ik gehoopt had, maar er is wel nog kleur in de lucht te zien. En op zich is vliegen voor de eerste keer, zelfs al is het maar een kort vluchtje, altijd spectaculair.

De vlucht verloopt verder vlotjes. In Genève staat Dries ons op te wachten en nemen we samen de bus naar het hotel van mijn vader. Na mijn vader ingecheckt te hebben, nemen Dries en ik afscheid. Al ben ik stiekem wel jaloers op het comfortabele hotelbed van mijn vader.

Op de studio van Dries aangekomen, drinken we een glaasje Zwitserse whiskey op onze reünie alvorens in bed te kruipen. Ik hoop alleszins op een goede nachtrust in het loeiend hete Genève (35 graden), want morgen hebben we een drukke dag voor de boeg.

<

Van Montreux naar België – 13 mei 2018

Ons goedweergeluk is duidelijk opgebruikt, onze laatste dag in Montreux. Het regent onophoudelijk en de wolken hangen zo laag dat je de prachtige bergen zelfs niet meer ziet. Onze wandelschoenen zijn na al het water dat ze de dag voordien te slikken kregen, nog steeds niet droog. En ook mijn fleece voelt nog steeds klam aan.

Reden genoeg om na het ontbijt onze spullen bijeen te pakken en vroeger dan gepland terug te keren naar Genève. We vinden het niet eens zo erg, we hebben beide nog werk genoeg en in de regen en de mist rondlopen is niet bepaald plezant. We zijn al bijzonder blij met de twee onverwacht prachtige dagen die we achter de rug hebben. Op voorhand hadden we nooit durven dromen dat we samen gesmolten kaas zouden eten op een zonnige weide met uitzicht op het meer.

We nemen de eerste de beste trein naar Genève en laten het grauwe weer achter ons. Rond lunchtijd zijn we terug op ons appartementje. Voor het middagmaal besluiten we een Chinees restaurant uit te proberen in onze buurt. Een onverwachte meevaller is dat ze ‘s middag buffet serveren. Aangezien het moederdag is, zijn er veel gezinnen die hier komen lunchen om mama in de bloemetjes te zetten. Letterlijk, want op bijna alle tafels liggen ruikers bloemen.

Het buffet is best wel in orde. Goede prijs-kwaliteitsverhouding voor Genève en het personeel is supervriendelijk. Hier komen we zeker nog eens terug.

De rest van de namiddag maken we van de vrijgekomen tijd gebruik om wat salsa te oefenen en te werken. Omdat ik bericht kreeg van Easyjet dat mijn vlucht vertraging zou hebben, boeken we een taxi om mij ‘s avonds in de luchthaven te komen ophalen. Ik wil liefst niet na middernacht in Borgerhout aankomen.

Na afscheid genomen te hebben van Dries, neem ik de bus naar de luchthaven alwaar ik iets kleins koop om te eten (na dat buffet heb ik niet bepaald veel honger meer). De vlucht heeft effectief bijna een uur vertraging, maar ik heb mijn laptop bij, dus ik verveel me niet.

In Zaventem staat mijn (ongeduldige, want hij telefoneerde me al vlak nadat we geland waren en ik nog op het vliegtuig zat) taxichauffeur mij reeds op te wachten. Na een vlotte rit kruip ik onder de wol in Borgerhout. Nog nagenietend van een mooi weekend.

Montreux – 12 mei 2018

Redelijk ok geslapen in hotel Tralala. Al moet ik zeggen dat ik de vier sterren op Tripadvisor niet echt verdiend vind. Wat een onpraktisch ingerichte kamer. Er is zelfs geen ingebouwde kleerkast: enkel een baar met slechts twee kleerhangers die deel uitmaken van een langgerekt open wandmeubel dat je achter een dik fluwelen gordijn kan verbergen. Wie verzint het?

Het ontbijt is redelijk beperkt, maar het brood is krakend vers en er is een eierkoker. Een zachtgekookt eitje is de ideale manier om de dag te beginnen. Mijn hoofd doet trouwens nog altijd zeer van de botsing gisteren met de gigantische designlamp in de hotellobby.

Na het ontbijt wandelen we naar de funiculaire. Het is nog steeds stralend lenteweer, dus we besluiten het erop te wagen en de bergen in te trekken. De funiculaire brengt ons tot aan het charmante stationnetje Glion, alwaar we overstappen op een treintje met twee wagons dat zo uit de vorige eeuw lijkt weggelopen. De latino treinbestuurder controleert persoonlijk onze vervoersbewijzen. We reizen mee tot aan Haut-de-Caux (het laatste station dat we kunnen bereiken met onze gratis pas voor het openbaar vervoer.

Aangekomen in Haut-de-Caux realiseren we ons dat we bijzonder slecht voorbereid zijn voor een bergwandeling. We hebben niets van proviand bij, zelfs geen flesje water. Gelukkig zijn we ditmaal wel voorzien van zonnecrème. We aarzelen, we kunnen moeilijk de bergen in trekken zonder eten en ondertussen is het al bijna lunchtijd. Het aantal locaties om te eten in de buurt is letterlijk op 1 vinger te tellen. Dus besluiten we maar meteen (vroeg) te lunchen in restaurant Le CouCou vlakbij het stationnetje waar we afgestapt zijn. De mooie tuin staat vol met gezellige picknicktafels en ligstoelen om te genieten van het prachtige uitzicht op het meer.

Ons oorspronkelijke plan is iets kleins te eten en dan aan onze wandeling te beginnen, maar het is zo zalig in het zonnetje in de tuin dat we ons laten verleiden tot een iets steviger middagmaal. Dries bestelt een pot kaasfondue en ik ga voor de raclette. Tot mijn verbazing zet de ober een soort kolenkacheltje naast mijn tafel en krijg ik een heuse pan toegewezen om mijn kaas te smelten in een sleuf onder de hete kolen die mij nog het meest aan een brievenbus doet denken. Een beetje gecompliceerder dan kaasfondue, want het is een beetje gokken wanneer de kaas net genoeg gesmolten is.

We genieten beiden met volle teugen van deze onvoorziene, maar behoorlijk aangename middagpauze. Met een maag vol kaas besluiten we aan de wandeling te beginnen. We spreken af onszelf niet te forceren en zolang te wandelen als we zin hebben. Het eerste stuk van de wandeling naar Col de Jaman is behoorlijk steil, maar na dat eerste stuk komen we op een aangenaam wandelpad terecht met mooie uitzichten op het meer. We steken een paar bergbeekjes over en moeten zelfs een heel stuk door nog niet gesmolten sneeuw ploeteren. Het lastigste stuk van gans de tocht, want de sneeuw ligt op een helling en het vooruitzicht om uit te glijden en in de ijzige sneeuw terecht te komen, trekt ons niet bepaald aan. Gelukkig vinden we een paar stevige stokken om ons te ondersteunen bij onze tocht.

Zonder verdere ongelukken bereiken we rond 16.30u de Col de Jaman. Een beetje later dan gepland door onze vrij lange middagpauze. We maken rechtsomkeert, langs de sneeuwhoop en de bergbeekjes. Mijn benen hangen ondertussen flink vol met modder. We dalen af tot aan het ministationnetje Paccot en nemen het treintje terug, helemaal naar het station van Montreux. Langs de oevers van het meer vind ik gelukkig een fonteintje om mijn benen wat af te wassen.

We kopen een welverdiend ijsje (mascarpone met vijgen, a first voor mij) en besluiten voor het avondmaal een kleine snack te gaan kopen in de Migros. ‘t Is niet dat we na ons copieuze middagmaal en het ijsje al veel honger hebben. We kiezen een mooie zitbank uit aan de waterkant met uitzicht op het standbeeld van Freddie Mercury, die nog een tijdje in Montreux gewoond heeft. Een ideale plek om mijn onigiri op te peuzelen!

Om onze laatste dag in Montreux af te sluiten, gaan we nog iets drinken. Wat we achteraf bezien beter niet gedaan hadden. Het café waar we uiteindelijk belanden, heeft wel uitzicht op het meer, maar is eigenlijk helemaal niet zo gezellig. We krijgen vanaf ons tafeltje wel een paar behoorlijk spectaculaire bliksemschichten te zien boven het meer. Onze eurocent valt wellicht te laat: dit onweer komt honderd procent zeker onze kant uit. Volgens de buienradar app van Dries houden we het echter nog een tijdje droog. We besluiten dus snel te vertrekken richting ons hotel.

Eens te meer blijkt dat die buienrader apps voor geen haar te vertrouwen zijn. Nog geen vijf minuten later worden we overvallen door een stortbui van epische proporties. Ons hotel is helemaal niet zo ver, dus besluiten we erdoor te gaan. Grote vergissing, want op een bepaald moment regent het zo hard dat de wegen veranderen in gutsende rivieren en ik amper nog uit mijn ogen kan zien door het water dat in mijn gezicht slaat. Ondertussen zijn we al zo nat dat het nog weinig zin heeft om een schuilplek te zoeken.

Nat tot op ons ondergoed komen we aan in het hotel. Alwaar we snel onze doorweekte kleren uitspelen en onder de douche weer op temperatuur komen. Alles, maar dan ook alles is nat: zelfs onze wandelschoenen zijn volledig doorweekt. Het is twijfelachtig of deze de volgende ochtend droog zullen zijn, maar aangezien dit het enige paar schoenen is dat ik uit Genève heb meegenomen, zullen we het ermee moeten doen.

Een nat einde van een prachtige zonnige dag.

Montreux – 11 mei 2018

Ja, de weekendjes in Genève volgden elkaar in hoog tempo op, maar met al die verlofdagen in mei was dit hét ideale moment om ervan te genieten. En per slot van rekening hadden Dries en ik iets te vieren: 19 jaar samen! Ongelooflijk hoe snel de tijd gaat.

Zaterdagochtend stappen we te voet naar station Cornavin om van daaruit de trein naar Montreux te nemen. Ik moet zeggen dat ik een beetje met gemengde gevoelens vertrek, want de weersvoorspellingen zijn nogal desastreus: amper meer dan tien graden en een heel hoge kans op regen. Ik heb zelfs op het punt gestaan onze boeking te annuleren en ergens in Frankrijk te boeken, maar omdat er gestaakt zou worden op het Franse spoor, durfden we het risico niet te nemen.

Na een treinrit van iets meer dan een uur komen we aan in Montreux, alwaar we welkom geheten worden door een blauwe hemel en een stralend zonnetje. Geen spoor van de voorspelde regen (niet dat ik klaagde!). Het is zelfs aangenaam warm. Iets waar we niet op voorzien zijn, want ik heb niet eens zomerjurkjes meegenomen.

We begeven ons rechtstreeks naar Hotel Tralala (beetje een domme naam voor een hotel, maar allez) en laten daar onze valiezen achter, omdat de kamers nog niet klaar waren. Helaas slaag ik erin ter plekke mijn hoofd keihard te stoten tegen de gigantisch grote, rode, bijzonder onpraktische designlamp in de vorm van een halve bol. Een dikke bult om het weekend mee te beginnen. Gelukkig verzacht het welkomstdrankje de pijn een beetje.

We drinken snel ons drankje op, want we willen profiteren van de zon zolang die schijnt. We maken een mooie wandeling vanuit het historische hart van Montreux naar de oevers van het meer. Van zodra we beneden zijn beseffen we dat we de zonnecrème in het hotel vergeten zijn. Aangezien de terugtocht steil bergop is, besluiten we dan maar snel een apotheek binnen te lopen om zonnecrème te kopen. ‘t Is niet dat onze velletjes al veel zon gezien hebben dit jaar.

Ondertussen is het tijd voor het middagmaal. Het prachtig zonnige terras van Chez Gaston in combinatie met hun niet al te dure dagschotel trekt ons over de streep. Helaas blijkt dat die dagschotel al om kwart voor één ‘s middags uitverkocht is. We informeren naar een alternatief, maar dat is er niet, dus zijn we genoodzaakt één van de duurdere opties op de gewone kaart te nemen. Dries en ik voelen ons een beetje bekocht. En dan zijn de risotto en pasta die we bestelden nog niet eens zo bijzonder. Jammer van de toplocatie met zicht op het meer.

Na dit ietwat teleurstellend middagmaal wandelen we naar het beroemde standbeeld van Freddy Mercury, volgens tripadvisor één van de topattracties van Montreux. Het is alleszins een zeer populair beeld, want voortdurend omringd door mensen waardoor het quasi onmogelijk is een mooie foto van het beeld te maken. We wandelen tot aan de pier waar de boottochten op het meer vertrekken, maar we moeten te lang wachten op de volgende boot en besluiten dan maar rechtsomkeer te maken en in de richting van het Chateau de Chillon te lopen. Onderweg hebben we het geluk een stukje van een alpenhoorn concert te kunnen meepikken. De oevers van het meer staan vol met bloeiende planten en struiken en de besneeuwde pieken van de Dents du Midi maken het plaatje af. Het fotogenieke Chateau de Chillon komt langzaam dichterbij en ik maak de ene foto na de andere. Deze plek is echt adembenemend mooi.

De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik niet bijzonder goed voorbereid aan dit uitstapje naar Montreux begonnen ben. Het enige dat ik van Montreux weet, is dat er jaarlijks een jazzfestival georganiseerd wordt. Ik heb dan ook geen flauw idee of we Chateau de Chillon zouden kunnen bezoeken, maar hey, bij nader inzien, blijkt dit kasteel zelfs één van de toeristische topattracties van Zwitserland te zijn.

Het vanop afstand klein lijkende kasteel, ontpopt zich tot een heuse burcht met zoveel kamers en kelders dat Dries en ik de tel kwijt geraken. Chateau de Chillon is vooral bekend geraakt door het gedicht dat Lord Byron schreef over de gevangenschap van François de Bonivard in de kerker. Het gedicht is zo pakkend levensecht dat veel lezers dachten dat Byron zelf in deze kerker gevangen gezeten had. Ook bijzonder aan de kerkers is dat je de rots kan zien waarop het kasteel gebouwd is.

Het kasteel heeft zoveel verschillende facetten dat we er dan ook de rest van de namiddag spenderen. Bij de wandeling terug is de combinatie van zon en bergen zo perfect dat ik een paar foto’s maak die niet zouden misstaan op een postkaart. Een mede-toerist voegt trouwens een prachtige foto van ons tweetjes toe aan onze erg schaarse collectie. Het probleem met zo’n zware digitale reflex is dat heel weinig mensen erin slagen om een deftige foto te maken met dat toestel. Dus ik heb het zowat opgegeven om nog aan mensen te vragen om een foto van ons twee te maken, maar deze keer treffen we wel iemand met fotografisch talent.

Van het kasteel wandelen we rechtstreeks naar de Davinda Lounge, alwaar ik een tafeltje voor twee gereserveerd had. Davinda Lounge kreeg erg goeie kritieken op tripadvisor en terecht: ze serveren er met de glimlach simpele, maar lekkere gerechten tegen voor Zwitserland zeer redelijke prijzen. Vooral de hummus die we als voorgerecht eten, is geweldig. En ik moet toegeven dat ik een beetje spijt heb niet gewoon nog twee andere voorgerechten besteld te hebben in plaats van mijn kip korma.

We zijn net op tijd klaar om nog de zonsondergang te kunnen meepikken. Aangezien het onzeker is of we zaterdag nog zo’n mooi weer zullen hebben, haasten we ons naar de oever van het meer om de laatste zonnestralen mee te pikken. We zijn niet alleen, want er heeft zich een flinke groep toeristen verzameld. Net wanneer de zon achter de bergen verdwijnt, begint het te regenen. Gelukkig blijft de regenbui beperkt tot een tiental druppels en houden we het droog tijdens de wandeling bergop naar ons hotel.

Wat een prachtige dag!

Bern – 25 februari 2018

Het ontbijt in ons Berenhotel viel wat tegen (koude scrambled eggs, dat moet beter kunnen, toch?), misschien omdat we ongeveer de laatste gasten aan het ontbijt waren. We zorgden alleszins dat we genoeg gegeten hadden, zodat we dit ontbijt meteen als brunch konden beschouwen.

Onze resterende tijd in Bern was beperkt, ik moest immers al om 19u in de luchthaven van Genève zijn voor mijn terugvlucht en we hadden nog een treinrit van meer dan twee uur voor de boeg om daar op tijd te geraken. Ik wilde genoeg marge inbouwen, want ik had van mijn luchtvaartmaatschappij een bericht gekregen dat het erg druk zou zijn, zondagavond op de luchthaven. Gelukkig vloog ik met enkel handbagage.

Toen we ons hotel buiten stapten, merkten we dat het zowaar aan het sneeuwen was. Geen overweldigende hoeveelheid, maar enkele mooie dikke vlokken die als witte veertjes uit de hemel neerdaalden. Het was nog altijd ijzig koud, dus beslisten we te kiezen voor de warmte van het Bernisches Historisches Museum.

Een bijzonder aangename verrassing dat museum. Ik verwachtte enkel een paar zalen over de geschiedenis van Bern, maar de collectie was veel uitgebreider dan dat: er waren zalen met voorwerpen uit Egypte, Japan, China, Korea, Indonesië en Zuid-Amerika. Er was zelfs een heuse reconstructie van een ontvangstkamer uit Marokko in het museum. Een beetje een eclectische collectie, waarin het moeilijk was een lijn te ontdekken.

Dries en ik concentreerden ons vooral op de zalen die met Bern zelf te maken hadden. We doorliepen gans de geschiedenis vanaf de prehistorie. Voor mij een gelegenheid om deze stad wat beter te kennen. Elke zaal in het museum was met de nodige zorg en aandacht voor detail ingericht, maar ik vond het soms onduidelijk wat de beste volgorde voor een bezoek was. We moesten ook vaak op onze stappen terugkeren langs dezelfde opstelling, wat telkens een beetje een déjà-vu veroorzaakte.

Uiteindelijk bleven we veel langer in het museum dan we verwacht hadden en dan waren er zelfs een aantal zalen die we niet bezocht hadden. We liepen dus rechtstreeks van het museum terug naar ons hotel om onze bagage op te halen en naar het treinstation te gaan. In het treinstation kochten we een smoothie om wat energie op te doen.

Veel spannends gebeurde er verder niet: de treinrit verliep vlekkeloos, we aten bij onze favoriet Thais streetfood restaurant in de luchthaven, namen afscheid na een veel te kort weekend en daarna werd mijn geduld op de proef gesteld door de ellenlange rij voor de security. Gelukkig had ik genoeg marge genomen en was mijn vliegtuig stipt op tijd.

Goodbye for now, Switzerland!

Older posts Newer posts

© 2024 The Swiss Life

Theme by Anders NorenUp ↑