Het lijkt erop dat we net op tijd Leuven ingeruild hebben voor Genève. Hier laat de zomer zich nog altijd van haar beste kant zien. Wat maakt dat ik, als werkloze, al veel buiten met een boekje in het zonnetje gezeten heb. Mijn goodreads profiel kan er maar deugd van hebben. 😉 Ervan profiteren zolang het duurt, he! Gisteren haalden we zelfs temperaturen tot 28 graden! Reden te meer om erop uit te trekken voor een wandeling door de stad.
Na de ochtend doorgebracht te hebben met dozen uitpakken, ging ik op zoek naar een leuke lunchplek. Mijn oorspronkelijk idee was een vegetarisch restaurant op te zoeken, maar onderweg werd ik afgeleid door een restaurant met een leuk terras dat Japanse ramen serveerde. (Valt het op dat ik de laatste tijd nogal into noedelsoepjes ben?) Yukiguni stelde niet teleur. Vrij authentieke ramen in een heerlijk hartige bouillon. Wat geslurp later, bleef er niets meer over.
Vervolgens wandelde ik op mijn gemak verder langs de Rhône richting het meer van Genève. Ik weet niet of jullie dit ook zo ervaren, maar voor mij heeft een stad aan het water altijd een streepje voor. De majestueuze Rhône zorgt voor een rustpunt in de stad (en afkoeling op een warme dag). Ik liep een beetje mij neus achterna en kwam zo per ongeluk terecht in een kunstgalerij op het Place de l’Île, waar een tentoonstelling van striptekenaar Léo Quievreux liep. Ik was de enige bezoeker en kreeg prompt een kleine privérondleiding van de uitbater van de bijhorende stripwinkel én een uitnodiging voor de eerstvolgende vernissage.
Mijn wandeling bracht me verder naar de hoger gelegen oude stad om vervolgens te eindigen met een boekje op een bankje van de Jardin Anglais. Dikke aanrader, trouwens: Wil van Jeroen Olyslaegers. Bijna in één ruk uitgelezen. Al is het niet meteen een boek waar je vrolijk van wordt.
Van al dat lezen wordt een mens dorstig, dus besloot ik te verhuizen naar het terras van La Potinière alwaar ik genoot van een Hugo en ondertussen de werkmensen observeerde die er iets kwamen drinken na hun werk.
Omdat het zo’n mooi weer was, vervoegde Dries mij na zijn werk. We kochten een broodje en een wrap in de Coop en peuzelden dit op gezeten op de trappen bij de Rhône. De warme stenen gloeiden nog na van de mooie zomerdag. Al snel kregen we gezelschap van een zwerm mussen die graag een graantje (of stukje brood) meepikten. Het lukte me zelfs een paar mussen (duidelijk haantjes-de-voorste) te verleiden om een stukje wrap uit mijn vingers te pikken.
Na ons avondmaal wandelden we op ons gemak naar huis, genietend van de laatste zonnestralen.
Leave a Reply